Quantcast
Channel: ZegMaarDomi
Viewing all 57 articles
Browse latest View live

Bureaucratie voor beginners (1)

$
0
0
Een retroprojector, dat heb ik nodig. Wanneer ik een les organiseer en er komt iemand spreken en die vraagt om een retroprojector, dan probeer ik dat zo goed en zo kwaad mogelijk te regelen. Ook al gebruikt niemand nog retroprojectors - ik regel dat.

"Geachte blabla, ik ben op zoek naar, kunnen jullie mij helpen, ik heb een retroprojector/overhead projector/dink nodig op die locatie om dat uur. Vriendelijke groeten, ik."
 ***
"Beste, ja hoor, ze konden mij zeker helpen, retroprojectors in de berging, ik moest er maar eens omkomen tussen dat en dat uur op die locatie. Graag gedaan, mvg*, P."

Ruim op tijd heb ik die email verstuurd - het zou maar eens een njet moeten geweest zijn. Fast forward naar een paar dagen later. Om half 12 ik dus naar het Bureau van de Man van de Retroprojectors. Is er niet. Gelukkig zijn er aan het bureau-eiland nog drie behulpzame collega's. Ik klop, ga binnen en leg de toedracht van mijn komst uit.

- "Voor wát bent u hier?!" Alleen al van het horen van de vraag moet collega B. duidelijk even bekomen. Hij kijkt mij aan alsof ik rechtstreeks van Mars zijn bureau kwam binnengezoefd. Waarschijnlijk komt hier nooit iemand iets vragen. Of toch niet zoiets onaards moeilijk.
- "Ik kom een retroprojector afhalen. Ik heb daar eergisteren voor gemaild."
- "Een wát?"
- "Een retroprojector, zo'n *beeldt uit* ... ding. Ze staan in de berging."
- "In de berging?" (Ja, want elke stelling die ik poneer moet in vraagvorm herhaald worden.) "N., weet jij die retroprojectors staan?" (Dit probleem was duidelijk te groot voor één werknemer om op te lossen, de collega moest mee nadenken.)
- "Neen, B., geen idee. We moeten eens naar *afwezige collega* P. bellen. Heb je zijn nummer? Moet ik zijn nummer dicteren? Wacht, ik zal het nummer opzoeken."
- "Nee, is goed, ik heb het al." B. telefoneert lange tijd met collega P. en werpt met toenemende intensiteit zorgelijke blikken in mijn richting terwijl hij op een balpen bijt en dingen prevelt als "Uhu. Hmmm. Uhu. Ja. Nee? Uhu." Dan keert hij naar mij: "Ik vrees dat er een misverstand is. Collega P. zegt dat we geen retroprojectors hebben."
- "In zijn mail zei hij nochtans dat de retroprojectors in de berging stonden."
- "Hij bedoelde beamers. Sorry, we kunnen u niet helpen."

En daar sta ik dan. Zonder retroprojector en met een les binnen minder dan vier uur. Ik pijnig mijn hersenen over mijn volgende move in deze puzzel. Plots flitst er een lokaal door mijn hoofd dat in die flits over een retroprojector beschikt. Ik ren onmiddelijk naar het lokaal in kwestie... en ja hoor, daar staat-ie te blinken. Probleem opgelost, denk ik opgelucht. Het is nu enkel nog een kwestie van het verhuizen van de retroprojector van dit lokaal naar het leslokaal. Ik weet niet helemaal zeker of infrastructuur verhuizen mag, of ik daar misschien formulieren voor moet invullen en aangetekend moet opsturen, maar het is mijn enige plan. Ik neem de retroprojector vast en hef. Het ding zit vast. Harder trekken, nog steeds vast. De retroprojector zit vast aan de tafel. Vast. Aan. De. Tafel. En die tafel kan niet door de deur. Ik heb iemand nodig die een retroprojector van een tafel kan losmaken.

Even later, terug op bureau. Ik vind in de interne telefoonboek een verwijzing naar de dienst 'Multimedia-apparatuur in Auditoria' en dat lijkt exact wat ik nodig heb. (Die dienst bestaat echt. Soms is het leven een boek van Willem Elsschot.) Eerste contactpersoon is B., die mij eerder vandaag niet kon verderhelpen. Hem ga ik dus niet bellen om de retroprojector los te maken van de tafel. Er staat dat in geval van afwezigheid van de eerste contactpersoon, volgende cascade moet worden gevolgd met daarna nog drie namen. Ik telefoneer de cascade af - niemand neemt op. Misschien is de hele wereld in lunchpauze. Misschien nemen ze binnen een kwartier wél op. Nee, ze nemen niet op.

Misschien is mijn telefoon kapot.** Even naar mijn moeder bellen.

- "Dag mams, ik bel even om te kijken of mijn telefoon nog werkt."
- "Welaan dan, hij werkt."
- "Doei, mams."

Mijn moeder nam op. Mijn telefoon is niet kapot. Dit is het moment waarop ik in schaterlachen ben uitgebarsten en vervolgens met grote snikken heb gehuild boven een post-itje vol telefoonnummers en -gedroedel.

Lang verhaal kort: er stond ergens nog een retroprojector in een vervallen kast een verdieping hoger. Ik heb het ding drie verdiepingen naar beneden gezeuld en vervolgens in een ander gebouw drie verdiepingen omhoog. Ik heb verlengkabels gezocht en een wit scherm gemonteerd om op te projecteren. Ik heb hemel en aarde verzet voor een toestel... dat het foute bleek te zijn. (Echt waar, ik wéét zelfs niet wat er dan wél nodig was.) We hebben ons beholpen met de beamer, en ik heb daarna mijn moeder gebeld.




* Wat een afgrijselijke afkorting. Gebruik ik nooit wegens echt echt lelijk.
** Dat zou kunnen. Mijn telefoon kan bijvoorbeeld ook niet naar het buitenland bellen. De telefoons aan de andere kant van de gang kunnen dat wel, maar de mijne niet. Ik heb dat proefondervindelijk... ondervonden.

Bureaucratie voor beginners (2)

$
0
0
Het is niet omdat mijn woonwerkverkeer op twee wielen verloopt, dat het in enige mate minder van belang is dan zijn vierwielige variant. De remmen van mijn stalen ros presteerden al een tijdje ondermaats, en uiteraard laat ik dat soort zaken uit vrees voor smeerolievlekken op mijn mantelpakjes steeds weer te lang op zijn beloop, maar een paar dagen geleden bereikten mijn fiets en ik een dieptepunt. In de heuvelachtige stad die Gent is, moest ik afstappen in de Sint-Pietersnieuwstraat, uit vrees mezelf aan de Vooruit de vernieling in te rijden.

U raadt het al: zeker sinds ik mijn bandenspanning permanent optimaliseer, is een remloos bestaan bijzonder inefficiënt. Ik durfde niet sneller meer rijden dan 5 km/u en ook mijn schoenzolen zagen af. Dit kon niet blijven duren.

Gelukkig is er de dienst 'Fietsherstellingen Personeel'. Als je voor 9u 's ochtends je fietspech meldt, komt de hersteller de dag zelf nog langs op je werk! Bril-jant. Om 8u58 liet ik dan ook weten dat mijn remmen herstelling behoefden, en dat was dat.

Een aantal uur later stond de hersteller aan de deur.
- "Wat is het probleem, mevrouw?"
- "Mijn remmen zijn kapot."
- "Oh, ik zie het. Het zijn uw remblokjes."
- "..."
- "Ik mag dit niet herstellen. Wij mogen enkel fietspech verhelpen. Wat u meldt is gewoon slijtage."
- "Mag u pech door slijtage verhelpen die veroorzaakt werd door woonwerkverkeer?"
- "Neen. De Raad van Bestuur heeft dat beslist. Enkel échte pech."
- "Meneer. Als ik, wegens het malfunctioneren van mijn door woonwerkverkeer versleten remmen, tegen een auto knal - of een auto tegen mij, kan je toch wel zeggen dat het in dat geval gaat om pech, niet?Moeten we het zo ver laten komen? Of kan u een herstelling verrichten nu u hier toch bent?"
- "Maar de Raad van Bestuur..."
Waarop ik heel streng keek, zoals enkel ik heel streng kan kijken.

De man heeft mijn remmen hersteld, ik heb hem betaald en bedankt, en rijd nu gezwind en onbevreesd terug rond in Gent. Hellingen af, alleen nog maar hellingen af. Wanneer ik de eerste keer rem met mijn strak aangespannen remmen en nieuwe remkabel, vlieg ik over mijn stuur en breek ik mijn nek. Ik rijd niet meer gezwind. Ik ben dood nu. Ah, le comble.

Een grote bakkes, zegt ge?

$
0
0
En jullie denken dat er in Gent veel fietsen zijn?! Belachelijk. Duidelijk nog nooit in Leiden geweest. Ik ook niet, tot nu. 't Is hier hartschtikke geschellig. Kerstlichtjes, water, riviertjes, water, riviertjes, bruggen, krommingen waarvan je vanop een afstand denkt dat het bruggen zijn die uiteindelijk geen bruggen blijken te zijn waardoor je omweg moet lopen, winkels, Hollanders, Hollanders. Waarlijk waanschinnig geschellig.

Ergens 's namiddags. Wachten op de Fyra. Aziaten nemen nerveus ultrascherpe foto's van de bovenleidingen van de treinen in Antwerpen-Centraal. De trein is even te laat en ze schieten massaal in paniek. Uitleg vragen aan mensen die dat gewoon zijn kunnen ze niet, want ze spreken geen Nederlands. Hun kodak is nog maar goed en wel weggestoken wanneer de Fyra dan toch komt binnengerold en ze haast over mekaar struikelen in hun haast hem terug boven te halen om die historische gebeurtenis te filmen.

Mensen zeggen soms van mij dat ik een grote mond heb. Deze week nog: "Domi, er is niets mis met uw lichaam, behalve uw groot bakkes." Duidelijk nog nooit in Holland geweest. Op de Fyra (zeg niet [Fyrah], zeg [Fyraaa]) een Hollander in slecht Engels tegen een Aziatische vrouw: "Als je die valies niet in het valiesrek zet, krijg je een boete van 200 euro." Ik draai mij naar die Hollander: "Serieus, geven ze daar boetes voor?" - "Tuurlijk niet, maar anders doet ze nooit wat ze moet doen." En ze verhuist haar valies, al bevend, die Aziatische. En de Hollander lacht. En ik ben naïef. En de Hollander heeft een slecht karakter. Mijn ticket zegt plaats 173 - die plaats blijkt bezet door de vrouw met plaats 172. Ik zeg: " 't Is goed, mevrouw. Ik zet mij wel op 172." Tot nummer 172 afkomt en haar plaats opeist. Mevrouw 172 bleek eigenlijk nummer 72 te hebben, en de echte nummer 172 is een Hollandse en wil, net als alle Aziaten op de trein, niet weten van souplesse en mededogenheid. Ik zeg tegen mevrouw 172 (aka 72): " 't Is goed, ik zal mij wel op 72 gaan zetten." Ik voel mij een goed mens. Op 71 zit een knappe kerel.

Wij Vlamingen zijn een veel te bescheiden volkje. Het ís zo: we laten onze cultuur zo gemakkelijk overrompelen door alles wat uit de wereld hierheen komt, en wat hierheen komt, is echt wel alles. We maken er een mooie mix van en vergeten tijdens het mixen soms onszelf. Ik weet niet of dat prachtig kameleongedrag is of een spijtige zaak. We zijn zo goed in leren en verwerken en méézijn, maar zijn we goed in onszelf zijn? Ben ik goed in mezelf zijn? Duidelijk niet, en het is sterker dan mezelf. Ik zit nog geen vijf minuten op dat Fyra-geval en ik begin al te denken in het Hollands. Zo'n opdringerige taal ook. Ze wil er zelfs uitkomen wanneer ik spreek in echte luide woorden, maar ik verzet me, want mijn taaltje is zo zacht en ik denk dat Hollanders er jaloers op zijn. In Leiden heb ik het gevoel dat ik bekeken word als een exotisch object. Niet zeker of dat komt doordat ik effectief exotisch ben hier, dan wel omdat ik geen fiets heb.

Na gedoe met de trein tot Rotterdam en drie Hollanders die erin slagen om mij in compleet uiteenlopende richtingen te sturen wanneer ik vraag naar de weg naar mijn afhaalauto, uiteindelijk toch afhaalauto afgehaald en vertrokken. Het is een zwarte Audi A5 en hij is mijn vriendje de komende twee dagen. Ik vind dat stoer omdat mijn broer vindt dat dat stoer is, maar eerlijk gezegd interesseren auto's mij geen zak.

Ik logeer in Leiden bij een *Oosterse* doctoraatstudente met een bed op overschot. De hele ruimte is opgedeeld in stukken door middel van gekleurde gordijnen. Het doet me denken aan dat filmpje dat iemand op Facebook heeft gepost over dat ons huis gewoon een plek is om onze rommel te dumpen. (Ik ben op reis met rommel. Ik moest kiezen welke rommel ik ging meenemen. Ik heb mijn rommel nu in de hoek van deze tijdelijke kamer mooi gesorteerd en geëtaleerd. Overmorgen gaat mijn rommel terug naar mijn eigen huis. Gewoon staan te staan.) Ik voel mij niet honderd procent op mijn gemak maar ze is vriendelijk en ze heeft mij een praline gegeven, wat ongemeen attent is voor iemand die geen Belgische coutumen kent. Voor vijf euro per nacht extra mag ik mijn yoghurtje in de frigo parkeren. Het ruikt hier naar bleekwater. Er zijn stopcontacten en er is wifi. Er staat olijfolie in de badkamer. Ik dank de heer dat ik eraan heb gedacht om oordoppen mee te nemen - ze voert luidruchtige Skypegesprekken met de andere kant van de wereld in een taal die klinkt als een industriële kippenkwekerij. Morgen word ik waarschijnlijk gewekt met sitarmuziek.

Dingen die ik vandaag heb gezien:
- nerveuze Aziaten
- bange Aziaten
- een man die een Duits boek las
- fietsen
- een kerel van Greenpeace met mooie ogen die geld van mij moest hebben
- fietsen
- fietsen
- tofuworstenbroodjes

Het is míjn chaos

$
0
0

Pamflet waarin ik aan mijn ouders probeer uit te leggen dat alleen wonen niet simpel is en dat ze duidelijk niet meer weten hoe zij waren toen ze twintigers waren


Mijn afwas blijft soms een paar dagen staan, dat gebeurt. Wanneer ik thuiskom op een maandagavond en de keuze heb tussen ofwel de afwas, ofwel mijn zwemzak pakken en baantjes gaan trekken/neerwaartse honden gaan doen op een yogamat in flodderkleren, dan is de keuze snel gemaakt. Ik zwans niet wanneer ik zeg dat ik amper thuis ben - waarom zou ik ook. Mijn huis, dat is waar ik slaap 's nachts en ontbijt 's ochtends. Alles meer dan dat gewoon mooi meegenomen. Laat staan dat afwassen prioritair is. Ik heb - per manier van spreken - van elk keukenitem 10 stuks.
Ik zie ook niet in waarom ik de verwarming zou aanzetten wanneer ik zoveel weg ben. Ik ben zo koudbloedig als wat, ik kruip in een grot wanneer de zon begint te schijnen en ga nooit op reis naar het zuiden. Toch zou het behaaglijk warm moeten zijn in mijn huis. Ik heb pulls en fleecedekentjes en een ecologisch geweten. Ik stook niet meer dan nodig en terecht. In mijn hoofd gaan mijn onbestaande kinderen stuk voor stuk naar een openluchtschool om hun weerstand op te krikken.

Ik maak elke dag mijn bed op. Af en toe was ik mijn lakens.

Mijn wasmand is voller dan die van jullie, want op mijn eentje duurt het langer om genoeg vuile kleren te verzamelen voor een op zijn minst halfvolle wasmachine. Ik draag nu al de ene week al mijn lichte en en de andere week mijn donkere onderbroeken en vraag me stilaan af hoeveel verder ik gans mijn wassysteem nog kan rationaliseren. Strijken, dat is overroepen, meer wil ik daar niet over zeggen. (Behalve misschien voor zakdoeken en van die broeken met een plooi in het midden.) Schoenpoets, dat heb ik onlangs nog gekocht meegenomen van bij jullie thuis.

Ik kan jullie zelden 'iets aanbieden' als jullie op bezoek komen en dat vinden jullie een probleem en het teken dat ik een slechte gastvrouw ben, alsof vrouwen gastvrouwen moeten zijn, dat is anti-feministische bullshit waaraan ik weiger mee te doen. Als jullie vooraf aankondigen dat jullie langskomen, haal ik altijd iets bij de bakker. Mijn fout niet dat jullie jullie komst soms niet aankondigen. Mijn fout ook niet dat jullie geen soyamelk lusten, maar ik heb niet standaard koemelk in huis voor mensen die geen soyamelk lusten want dat heeft gewoon geen zin. Ik heb jullie ook al meermaals proberen uitleggen waarom ik nooit koeken in huis heb: dat is om de simpele reden dat, moest ik wél koeken in huis hebben, ik ze zo snel en ongecontroleerd zou opeten dat ik, moest puntje bij paaltje komen, geen koeken meer in huis zou hebben en de situatie voor jullie als bezoeker exact dezelfde zou zijn, maar niet voor mij: ik zou dan obees zijn. Dat kan onmogelijk de bedoeling zijn. Koeken zijn voor niemand gezond en dus ook niet voor jullie. Bedanken zouden jullie me moeten doen, bedanken omdat ik denk aan jullie gezondheid. Ik heb kerstomaatjes en diepvriesspinazie.

Daaraan gerelateerd: nee, ik heb geen permanente voorraad alcohol in huis en het verbaast me dat jullie dat een probleem vinden. En die slechte fles rode wijn op de ijskast - als jullie die niet wil uitdrinken, zijn jullie gewoon kieskeurig en moeilijk en koppig aan het doen. Ik drink niet alleen (en ik woon alleen dus drink ik niet bepaald veel binnen de muren van dit huis) en als ik drink is dat doorgaans vanuit een Bridget Jones-achtig fin-de-siècle-gevoel en dan kan kwaliteit me doorgaans gestolen worden. Hoe meer sulfieten, hoe beter. Ik had ook kunnen liegen over de kwaliteit van die fles op de frigo, ik had ze kunnen uitschenken en dan hadden jullie zelf maar moeten ondervinden hoe de hoofdpijn voelt die alleenwonende twintigers voelen.
Die collectie flessen moet niet naar de glascontainer, dat is kunst. Dat is kunst omdat ik zeg dat dat kunst is.

Al die stapels papier op mijn bureau, daar zit een systeem in en daar moeten jullie afblijven. De reden dat "mijn bureau tien jaar geleden zo proper was en nu niet meer" is dat ik tien jaar geleden nog niet zoveel papieren en verantwoordelijkheden had maar enkel een taak van wiskunde en woordjes Latijn.
Ik steek die papieren ooit wel eens in mappen. Soms zoek ik een papier en blijkt het zelfs al in een map te zitten en dan voel ik mij fier en denk ik dat jullie trots op mij zouden zijn over hoe goed ik al papieren in mappen kan steken. Die gedachte is klaarblijkelijk fout.

Ik wou dat jullie mij gewoon eens op mijn gemak mijn plek lieten vinden in de georganiseerde chaos die mijn leven is.
Het is niet simpel en ik ben meestal moe, maar ik doe mijn best, godverdomme
en het is superspannend
en ik hou van de stad waarin ik woon
en ik fiets 's ochtends naar mijn werk met een lach op mijn gezicht
en ik kom 's avonds zo naar huis en er is niemand die mijn chaos zo erg vindt als jullie
en jullie wonen niet eens hier.
Misschien zijn jullie vergeten hoe ongeolied de dingen verliepen toen jullie zo oud waren als mij. Misschien is het referentiekader nu een leven dat al drie decennia op het juiste spoor is.
Misschien moeten jullie, alvorens voor het slapengaan tegen mekaar te zeggen dat jullie een dochter hebben grootgebracht die niet voor zichzelf kan zorgen, eens bedenken hoe het was toen jullie zélf op eigen benen gingen staan. Denk daar eens aan, en kom dan genieten van het gebrek aan koffie en koekjes. Dan gaan we samen vriendjes zijn onder een fleecedekentje. (Behalve wanneer Bobonne komt - dan draai ik de verwarming wat hoger want Bobonne heeft snel kou maar dat is ok want die is bijna honderd.)

Een glimlach zonder reden

$
0
0

Beste 2012,


En daar stond ik dan, gelukkig te wezen tussen de mensenmassa op Montmartre, met zicht op alle lichtjes van Parijs, in de regen, met een paraplu van vijf euro met luipaardmotief uit een souvenirwinkel, die na één keer open en dicht doen al alle kanten tegelijk opging, nat te worden, en met enige weemoed na te denken over het voorbije jaar.

De catharsis van de nieuwjaarsbrief van vorig jaar zindert nog steeds na. Ik zat toen op de koude plankenvloer van mijn kamer thuis, luttele uren voor middernacht – gezellig gelach steeg op uit de keuken, maar langs mijn wangen rolden tranen naar beneden. Zoveel dingen die ik eerder dat jaar niet uitgelegd kreeg, vloeiden eruit als niets tijdens het schrijven van die brief, en om middernacht zag ik 2012 gelukkig wat beter zitten. Dat is uiteindelijk toch waar Nieuwjaar om draait, nietwaar? Dus voilà, hier ben ik dan, één jaar later, met een nieuwe brief vol introspectie gericht aan niemand in het bijzonder en jou, 2012. Wees blij – I come in peace this time. 

Ik had jou opgevat als het jaar waarin ik mijn geloof in alles moest herwinnen. Hoe naïef toch van mij, om zoiets te willen – ten eerste - en te eisen van jou – vooral dat. Er is helemaal niets, geen geloof te herwinnen, geen antwoorden op vragen – of toch geen definitieve –, er is niets – punt. Er is enkel leren omgaan met die kennis en stoppen met zagen. Dus: I got my shit together, ik ben afgestudeerd (dat voelde niet bepaald als iets waar ik fier moest op zijn, geen verwezenlijking, gewoon opluchting), heb werk gevonden (ook niet bepaald een onproblematisch proces) en ging (eindelijk) helemaal alleen wonen. Ik probeerde een beetje meer in het nu te leven en een beetje minder in het later – en ik begon zowaar te glimlachen.

Ongecontroleerd glimlachen zelfs – ik kon dit jaar de momenten niet bijhouden waarop mij in het midden van de straat plotseling een glimlach overviel zonder aanwijsbare reden. 2012, ik ben veel gelukkig geweest, ik heb willen dansen in straten, ik heb gedanst in straten, ik was blij en ik leefde in het nu. Het is ook heel vaak niet gelukt, maar dat is wel ok.

Ik kreeg bevestiging van wat ik, denk ik, al wist: ik ben het gelukkigst wanneer ik onderweg ben. Gewoon onderweg, naar ergens, nergens. Het maakt zelfs niet uit of het vluchten is van iets waarvan ik niet zou moeten vluchten, of gewoon reizen om de wereld te verkennen – als ik maar onderweg ben, ben ik gelukkig. Ik weet nu ook zeker dat het niet anderen zijn die mij gelukkig gaan maken – dat doe ik helemaal zelf. Tevreden zijn begint bij mezelf, en al de rest volgt daaruit. Ik hoef niet, ik wil niet afhangen van iemand anders. Ik wil ook niet meegezogen worden in de vortexvan besluiteloosheid die zo typisch lijkt te zijn voor mensen die (te veel of te graag) rekening willen houden met andere mensen – de vortex van besluiteloosheid en stilstand. Dat me dat stoort in anderen komt omdat ik er mij ook in mijzelf aan stoor, maar mezelf kan ik niet ontvluchten en anderen wel. Ik hoef niet gefrustreerd te zijn met iemand anders dan mezelf. Ik wíl beslissingen nemen – desnoods foute – en er de gevolgen van dragen. Het moet vooruit gaan. Ik heb zin noch tijd om te wachten.

Is dit het dan, het rauwe individualisme dat bijna automatisch volgt uit alleen leven en wonen in deze maatschappij, deze tijd - dat individualisme, dat de mensen die het dichtst bij mij staan soms ervaren als raar en onverschillig, tegendraads en rebels, gewoon for the sake of it, terwijl ik het gewoon beschouw als de allerbeste benadering van een leven waarin ik helemaal niets te verliezen heb (en ook niets wil te verliezen hebben op dit moment). Hier ben ik dan, trots op mijn onafhankelijkheid, dat ik mijn keuzes maak, mijn beslissingen neem en er ook naar leef zonder al te veel rekening te houden met wat anderen denken – want waarom zou ik?

Daar tegenover staat dan het groeiend besef dat tradities, hoewel ze te allen tijde moeten in vraag gesteld worden, nut hebben. Dat wanneer mijn familie samenkomt met oudejaar en ik naar Parijs vlucht of ergens anders wacht tot de storm overwaait (of brieven schrijf op mijn kamer, godbetert), en mijn vader mij niet één maar drie kussen wil geven om middernacht, en al de rest ook, en wanneer we elk jaar moeten poseren bij de kerstboom voor een familieportret en ik geen oprechte glimlach op mijn lippen getoverd krijg omdat ik er niet echt het punt van inzie, ik misschien de belangrijkste mensen in mijn leven teleurstel. Of ik het er nu mee eens ben of niet, het feit dat het voor hen belangrijk is, zou misschien reden genoeg moeten zijn om mij te doen plooien.

Het is misschien niet onverstandig om die momenten te koesteren zolang ze nog duren. Mijn grootmoeder knuffelen, haar hand rond de mijne voelen, als een kind bijna, alsof ze niet wil loslaten, mij niet, de wereld niet, het leven niet – mijn broers zien groeien, volwassen venten zien worden, hen mijn advies zien negeren maar dan beseffen dat ze het best wel alleen kunnen en daarover dan zusterlijk fier zijn – het huwelijk van mijn ouders zien bloeien, meemaken hoe ze het soms oneens zijn maar een hecht team zijn wanneer het erop aankomt –

Er is nog werk aan het vinden van de juiste hoeveelheid sentimentaliteit. Ofwel staat de kraan volledig open, ofwel is ze volledig dicht – in elk van beide scenario’s zullen er tranen vloeien. Ik koester hoe dan ook dus liever met een ijle blik vol apathie op mijn gezicht, gewoon om mezelf te beschermen.

Balans balans balans. In alles – in glimlachen, in wenen, in leven. Het is een balans die ik nog niet gevonden heb. Ik denk dat ik er beter in word, totdat mijn moeder mij met één blik kan duidelijk maken dat dat absoluut niet zo is. 2013 moest maar eens het jaar worden waarin ik ermee ophoud mij aan te trekken wat mijn moeder zegt. Alsof dat gaat lukken. Balans in mijn doen en gedachten. Balans in wat ik wil. Ik wil veel – ik wil álles – en het komt steeds minder vaak vanzelf. De beste dagen zijn die waarop ik immens veel gedaan krijg. De beste dagen zijn die waarop ik niet nadenk en gewoon doe. Wanneer ik slaap, droom ik dromen gedrenkt in perfectie, die zelden stroken met wat ik zie wanneer ik wakker ben. Ik moet niet slapen – ik moet die perfectie waarmaken, het is niet moeilijker dan dat.

Het hoeft niet langer allemaal veel te betekenen. Ik heb geen groter geheel nodig per se– wanneer ik bergen probeer te verzetten, ben ik het groter geheel dat ik zo graag wil aan het creëren. Ik beslis de vorm en kleur, en hoe het ruikt en aanvoelt, en dat het bestaat tout court. Ik heb het zelf in handen. Ik mag dat niet vergeten op dagen dat de interne motivatie ver zoek is. 

Op 1 januari, nog met kleine oogjes, op een Parijs’ terrasje aan de Jardin de Luxembourg, met voor mij croissants en confituur en gitzwarte koffie, denk ik aan de regen van de avond daarvoor en hoe ik schaterlachend door de plassen rende met mijn kapotte luipaardparaplu. Ik besluit dat 2013 een jaar wordt waarin mijn glimlach-zonder-reden hoogtij moet vieren, door er constant voor te gaan. Ik – en doe maar allemaal mee – hef het glas op 2013, met alle bergen die verzet moeten worden, alle paden die bewandeld, alle evenwichten die gezocht. Let's work hard, play hard and smile. For God's sake, let us smile.


Domi


ps. Hey, jij daar, 2013, welkom!

Let It Go

$
0
0
Er komt niets uit. Geen woord. Hoe meer ik lees, hoe meer ik de dingen die ik wil zeggen tegenkom op een manier waaraan ik zelf wou hebben gedacht. Ik heb Instapaper (<3) en dat is opgedeeld in categorieën als Series, Lezen, Schrijven (lekker meta —wat een geluk dat er nog altijd lezen over schrijven is wanneer schrijven zelf niet lukt) en Feminisme en in elk van die afdelingen staan zinnen die van mij hadden moeten zijn... maar het niet zijn.

Ik heb rode wijn en ik heb een nieuw seizoen Girls om naar uit te kijken (waarover ik graag wil schrijven maar altijd ergens halverwege blijf zitten. Ook wel: waarom doet Lena Dunham permanent al haar kleren uit) en ik reken erop dat het binnenkort terug goedkomt.


I keep an open mind
whatever's there for me to find
hoping that something's gonna give

throw your hands up and let it go.



Tekens aan de wand

$
0
0
  • de restjes van de spinazie van maandag zijn in de courgettesoep van woensdag beland want wat moest ik er anders mee doen
  • ik doop jou 'courgettesoep met drijvend groen', het wordt vast een hit
  • het menselijk lichaam neemt ijzer uit groenten enkel op indien vitamine C aanwezig, dus ik denk hey in appelsien zit vitamine C toch
  • blijkt dat appelsien en spinazie samen naar kots smaken, serieus niet proberen, zeker niet als de spinazie onder de courgettesoep zit
  • ik val aan de lopende band in slaap
  • ben niet geheel zeker hoe dat komt, ik twijfel nog tussen laatavond series kijken en die nieuwe antihistaminepilletjes die ik aan het uitproberen ben
  • straffe boel, dat spul
  • ook altijd geestig als er dan een buddy langskomt met een fles cava, want pillen met alcohol we weten allemaal dat dat lachenlachenlachen is
  • soms vraag ik me af of ik problemen heb, substance abuse én andere
  • we hebben ons een kriek gelachen met dat filmpje van dat paard met twee poten en een negerin die vertelt over haar huis dat in brand staat
  • AIN'T NOBODY GOT TIME FOR THAT
  • we hebben ook naar een episch slechte film gekeken met een imdb-score van 8.2, ik snap het niet, imdb is de god van de filmscores, imdb heeft altijd altijd gelijk
  • Jennifer Lawrence deed mee, dat mens is mager maar 100% opgetrokken uit spierloze blubber, zo kan ik ook een maatje 36 hebben ze, en de mooiste vrouw ter wereld worden genoemd terwijl ik dat helemaal niet ben, het is allemaal niet eerlijk
  • zeker niet omdat ze Nicholas Hoult kan krijgen en Nicholas Hoult is van mij godverdomme, al sinds About A Boy en dat was 2002 moet je goed weten
  • nuja, Damian Lewis is ook goed en wij krijgen samen duizend rosse baby's en we gaan samen op de vlucht voor de CIA en we dumpen Claire Danes
  • yoga was niet enkel fysieke maar ook mentale verademing, dat is een teken aan de wand, doorgaans vind ik het oooohm-gezang lichtjes overbodig
  • maar ik neem het erbij want zo'n rechtstaande split is toch wel een verwezenlijking
  • gewoon al uit mijn bed komen was dat deze week ook, dat zet de dingen in perspectief en perspectief kan nooit kwaad
  • er stonden paashazen in de etalage van de AVA, fml wat is dat voor zever, stomme Hollanders die België komen binnengerold met hun tanks en hun taal en hun goedkope ketens
  • ja, Blokker en Hema, dat is ook tegen jullie, het maakt mij niet uit dat het ontbijt in de Hema elke maandagochtend goedkoop is
  • trouwens, moet er niet eerst nog Valentijn zijn, ik dacht dat er eerst nog Valentijn moest zijn
  • lap, weer een feestdag die ik alleen doorbreng op de zetel met mijn antihistaminepilletjes
  • ik ben een sterke, onafhankelijke vrouw en ik ben daar fier op
  • ik ben een sterke, onafhankelijke vrouw en ik ben daar fier op
  • ik haat Valentijn, iedereen krijgt kaartjes en rozen
  • I can feel the love can you feel it too I can feel it aaaaaw I can feel it aaaaaw
  • ik moet naar huis om morgen in de solden bh's te gaan kopen
  • dat is iets wat ik blijkbaar nog altijd niet kan zonder begeleiding van mijn ma, wat op zich al triestig is
  • ze komt dan af met pastelkleurige kanten frunsels en ik roep neeeeeeeeeeeee
  • ik heb deze week veel willen roepen
  • ik kan niet kiezen welke trein ik wil nemen, ik wil de treinuren ook niet opzoeken
  • mijn plan is nu om naar het station te gaan en op het grote bord te kijken en te hopen dat ik op de trein tot rust kom
  • als thuis in Australië lag, dan zat ik heel lang op de trein en dan zou die trein ook onder water rijden, ik heb dat altijd al eens willen meemaken, zo'n onderwatertrein en naar de zeepaardjes kijken en de lichtgevende vissen
  • Damian Lewis en ik en onze rosse baby's in een onderwatertrein naar plankton aan het kijken
  • de volgende trein gaat binnen exact 59 minuten zijn

happy free confused and lonely in the best way

$
0
0
—it's miserable and magical yeah—

die gezellig blozende
één groot glas witte wijn vibe
geef mij knuffels
laat mij mij uitrekken in de zetel
en Taylor Swift liedjes zingen
laat mij zweven in haar sprookjes
laat mij nu gewoon even spinnen

geef mij knuffels
en vergeet al die dingen die ik zei
over mannen die mijn bollen wol zijn
en ik de kat die ermee speel


—you don't know about me
but I bet you want to—

Dingen die ik dit weekend geleerd heb

$
0
0
  • niet iedereen die studeert, studeert in Gent
  • niet iedereen die woont, woont in Gent
  • Gent is niet het centrum van de wereld, hoewel het dat misschien wel zou moeten zijn
  • mensen die niet in Gent wonen, wonen soms in Brussel, soms in gemeenten waar ik nog nooit van gehoord heb maar waarnaar ik niet durf vragen omdat ik denk dat ik verondersteld ben ze te kennen en heel vaak —meer dan statistisch verantwoordbaar— in West-Vlaanderen, in gemeentes waarvan de naam eindigt op -gem
  • in West-Vlaanderen eindigen veel gemeentenamen op -gem
  • in West-Vlaanderen eindigen veel dingen tout court
  • als de wereld ooit eindigt, zal het in West-Vlaanderen zijn, tussen de patatten en de varkens —behalve de zee, die vergaat niet, die blijft voor altijd bestaan; heck, de wereld wordt zee bij zijn vergaan
  • of haar vergaan —is de wereld een man of een vrouw; moet wel een vrouw zijn: mooi, onvoorspelbaar en complex
  • de zee houdt van mij; ik hou van de zee
  • ik moet dringend nog eens naar de zee; met de auto door de provincie waarmee ik de meest ingewikkelde haatliefdeverhouding ooit heb
  • dat had u misschien al gemerkt, dat ik haatliefdeverhoudingen heb met de dingen
  • de wereld
  • West-Vlaanderen
  • mannen
  • mijn lijf
  • die wakke paprikachip die ik teruggevonden heb in de gleuf van mijn zetel
  • chocolade —mijn relatie met chocolade is: ik eet altijd alles op, ongecontroleerd en zonder te kauwen, en dan ween ik tussen de verfrommelde papiertjes in foetushouding op de koude keukenvloer
  • hier, neem nog een Merci'tje
  • ah nee, wacht; ze zijn allemaal al op.

Hangdag

$
0
0
Ik voelde mij mottig toen ik wakker werd en ik voel mij nu, twaalf uur later, nog altijd even mottig. Het is gewoon afwachten tot deze rotdag zichzelf oprolt en morgen hopelijk een betere volgt. Mijn moeder noemt ze hangdagen en ik ga er voor het gemak van uit dat iedereen ze heeft maar gewoon niet iedereen erover schrijft, en ik weet niet of ze veroorzaakt worden door onderbewuste slechte dromen over onverwerkte jeugdtrauma's en bergen waar ik over moet maar geen vat op heb, of door mini-partikels synthetische hormonen en antidepressiva in leidingwater, maar ze zijn verschikkelijk. Vraag mij niet naar de wortels van mijn frustraties. Of misschien toch wel.

  • in zes dagen tijd even veel blogposts beginnen en het opgeven na een zin of tien; dingen opgeven in het algemeen, ongeacht of het ingebeeld is of echt; ik ben bang dat ik niet hard genoeg mijn best doe
  • ik ben zo bang dat mensen er gaan achter komen dat ik ook maar wat aanmodder, zo goed en zo kwaad ik kan en met te weinig overgave naar mijn zin; wat zien die mensen toch in mij, waarom blijven ze geloven
  • ik ben bang dat ik niet verdien wat ik heb, dat het allemaal maar toeval is
  • ik ben bang dat ik ga wakker worden op mijn dertigste en geen stap verder ga staan dan nu, dat ik probeerde te genieten van mijn leven als twintiger maar ondertussen vergat de rest van mijn leven voor te bereiden; dat ook dat genieten in retrospect niet echt blijkt gelukt te zijn en alle keuzes die ik maakte fout waren en de rest van mijn leeftijdsgenoten het wél hebben gedaan; ik heb geen flauw idee wat 'het' is; ik ben bang om stil te blijven staan en te weten dat ik het aan mezelf te danken heb en dat ik mits wat overgave beter af was geweest
  • ik ben bang dat ik ga sterven en dat ik het gewoon nog niet weet
  • mijn moeder die mijn gebrek aan enthousiasme in dingen aanklaagt sinds die ene keer in 2009 toen ik bijna dood was en zij zei dat ik dringend wat minder overgave aan boord moest leggen in het leven in het algemeen en meer nee moest zeggen want dat met overgave leven en ja zeggen duidelijk de oorzaak was van mijn bijna-dood en ik die week in al mijn immobiel en slap in dat ziekenhuisbed liggen blijkbaar die gedachte geïnternaliseerd heb; je kan niet enerzijds mij vertellen dat ik mezelf opbrand wanneer ik er volop voor ga en anderzijds de dagen verfoeien waarop ik NEE zeg en FUCK YOU en GA WEG en rondloop in een soort van apatische grijze mist; ik kan het niet helpen dat ik het anders begrepen heb dan jij het bedoelde; ik wéét niet hoe je het bedoelde; ik dacht dat jij ging helpen en nu sta ik hier; en zo is alles altijd de fout van mijn ouders, hoe gemakkelijk toch
  • onevenwichtige vriendschappen; ik wil niet smeken om aandacht maar ik ben er niet minder triestig op wanneer ik minder nodig ben dan nodig heb
  • mensen die dit soort dagen beter willen maken voor mij en na een half uur eenrichtingsgesprek nog steeds niet doorhebben dat zwijgen beter zou zijn voor zichzelf en voor mij, dat er echt niets aan te doen valt; want het is niet genoeg dat ik het lastig heb, nee, iedereen moet het samen met mij mee lastig hebben en hey, dat is niet fair maar het is nu eenmaal zo; mogen ze morgen opnieuw proberen en de kale reis waarvan we vandaag thuiskwamen hopelijk vergeten; ik ben bang dat die mensen volgende keer niet meer proberen, dat ze op hun beurt zeggen FUCK YOU en nog gelijk zouden hebben ook

Het is acht uur. Ik ga slapen.

    Op missie

    $
    0
    0
    Suddenly I realized - two people isn't enough. You need backup. If you're only two people, and someone drops off the edge, then you're on your own. Two isn't a large enough number. You need three at least. 

    Je hebt zo van die mensen die er elke ochtend uitzien alsof ze klaar zijn om op missie te vertrekken. Grote Broer is een van die mensen. Zelfs op zondag, de dag waarop ik pas uit mijn bed rol wanneer er een oorlogstank langsrijdt, en dan nog is het meestal gewoon ogen half opendoen, kijken naar de tank, wtf mompelen en is het hier niet nog wat vroeg voor en dan mijn donsdeken helemaal over mijn hoofd trekken en mijn eigen adem inademen en merken dat die niet lekker ruikt na een volledig nacht kwijlen in mijn mond en uiteindelijk dan toch maar opstaan en mij afvragen waar zaterdag naartoe is; zelfs op dat soort zondagen zit mijn broer aan tafel met een missie. Volledig aangekleed en met een doorwinterde blik in zijn ogen, alsof hij elk ogenblik, armen in de zij, naar buiten kan marcheren en voor een tijdje of voor altijd wegblijven. Op missie. De wereld gaan redden en dan nog wat lampen ophangen of een gat in de muur dichtplamuren en het gras maaien met een zeis.

    Pa is er ook, want die slaapt niet. Kan niet slapen 's nachts en vindt niet dat overdag voor slapen dient dus slaapt niet. Ma is er ook, omdat pa er is. Die twee houden mekaar in gang. Maar wie houdt Grote Broer in gang en wie houdt mij in gang? En wie houdt Bobonne en Kleine Broer in gang? Als Bobonne niet bij het ontbijt verschijnt of Kleine Broer, ben ik een beetje bezorgd dat ze misschien die nacht overleden zijn in hun slaap. Ik sluip weg van de ontbijttafel naar hun slaapkamer en kijk dan of hun dekbed op en neer gaat. Op een dag gaat er eens iets niet ok zijn maar voorlopig is alles ok. Alleen is Bobonne heel erg traag en licht van adem en doet Kleine Broer uit principe niet aan missies op zondag. Die wil gewoon slapen en laat mij met rust en ik doe dan alle ramen open in zijn kamer trek dan zijn donsdeken weg totdat de vrieskou zijn ledematen opvreet en hij weer in leven is. Ik vind het belangrijk dat iedereen in mijn familie in leven is.

    Van 10 tot 12 luchtdrumt Joren Carels mee met de Hotlist op mijn laptopscherm. Dan kan ik niet meer niet in gang schieten. Behalve als The Van Jets hun drie minuten krijgen, want die zijn echt slecht en daarover kan niet worden gediscussieerd met de jury. Dus in gang schieten dan maar, op missie met dat lijf van mij, of het nu zondag is of niet.

    Het Boek Dat Mijn Leven Verandert

    $
    0
    0
    Ik stond op en kon het einddoel van mijn voormiddag al ruiken: een tas filterkoffie in Café Labath. Ik heb lang gedacht dat steden leeg waren op zondag; alle winkels gesloten en alle mensen rijstpap aan het koken in de beslotenheid van hun huis. Dat blijkt enkel het geval op de boerebuiten. In de stad staat er file bij de bakkers, zijn er bloemen te koop op de Kouter, tweedehandsboeken langsheen de Ajuinlei en groenten en spitgegrilde kip aan de Sint-Michielskerk. Er was ook een boekvoorstelling van Oscar van den Boogaard in Paard van Troje, met cava —maar een mens heeft normen nodig en daarvoor vond ik het nog wat vroeg op de dag. (Ondertussen zit ik aan de witte wijn, geen zorgen.)

    Het boek zelf —De Tedere Onverschilligen— zei me eerder weinig, maar ik ken 'm van zijn columns in De Standaard dus ik dacht eens te gaan luisteren. Jelle Van Riet was vraagstelster van dienst en probeerde in het boek lagen te ontdekken waarvan Oscar vrijwel direct het bestaan ontkende ("soms bedoel ik gewoon wat er staat") en dat was dat. In een bepaalde passage vangen de hoofdpersonages (ene Arthur en zijn vriend met slechte invloed) inktvissen en slaan ze die vervolgens kapot op de rotsen. "Wie nooit inktvissen heeft doodgeslaan op rotsen, weet niet wat leven is." Ik voeg het meteen toe aan mijn Life List. Mijn gedachten dwaalden af naar Jelle Van Riet met haar rode lippen in bed met Helmut Lotti zonder haar. Het gesprek ging alle kanten op en was bij momenten te meta om te volgen. Het Hollandse accent van Oscar stelde me teleur— in mijn hoofd was die man Vlaming. Hij had zijn man meegebracht om een stuk uit het boek voor te lezen, want zelf doet hij dat niet graag. (Bizar. Een schrijver die zichzelf niet graag bezig hoort.) De —net als Helmut kalende— echtgenoot had een Hitlersnor en een Bent Van Looy-broek waarin zijn klokkenspel nadrukkelijk stond afgetekend. Ik moest denken aan Oscar in bed met zijn man zonder haar.

    Het gebeuren vond plaats te midden de boekenrekken met opschrift 'Filosofie'. In andere boekhandels luidt dat opschrift 'Zelfhulp', maar in Troje kan alles beter. De sectie zelfhulpboeken van een boekenwinkel is de gang waarin je écht niemand wil tegenkomen wanneer je bladert door Hoe Je Hem Terug Het Vuur Kan Doen Voelen. Niemand hoeft te weten dat jij je Leven Wil Veranderen In Tien Eenvoudige Stappen of Waarom Je Jezelf Haat Terwijl Dat Eigenlijk Niet Nodig Is en dat dat allemaal gewoon Aan Je Jeugd Te Wijten Is Maar Dat Niets Verloren Is. Die boeken hebben gemeen dat je ze even snel uitleest als de Flair, dat er werkelijk niets instaat en dat je je achteraf gewoon leeg voelt. Teleurstellende ervaringen, keer op keer. Als ik er ooit al heb gekocht (wat ik nooit publiekelijk zal toegeven), ben ik daar ondertussen mee gestopt en kan ik zelfs aan de verleiding weerstaan van de afdeling in zijn geheel en al zijn Allitererende Ronkende Titels Die Alles Beter Maken Zonder Enige Moeite En Voor Weinig Geld.

    Terwijl ik af en toe een flard van het gesprek tussen Jelle en Oscar opving, gleden mijn ogen over het aanwezige publiek —bejaarden en jonge hipstergezinnen, type dreadlocks én trouwring, hun nageslacht zabberend op prentenboeken in de kinderafdeling— en de schappen vol levenswijsheid mét niveau want zoals gezegd: in Troje kan alles beter. Bij een blauw boek van ene John Perry verstarde mijn blik. Een boek met zoveel potentieel kom je niet al te vaak tegen. Ik keek behoedzaam om me heen, grabbelde een exemplaar uit het rek en begon nonchalant de achterflap te lezen.

    Na afloop van de boekvoorstelling ontvluchtte ik het gedrum rond Oscar en zijn boeken en de dienschotel met cavaglazen en sloop ik, mijn arm subtiel over de titel geplooid, naar de kassa, waar ik met enige gêne mijn aanwinst-in-wording over de toonbank schoof. Ik overwoog te zeggen dat het niet voor mij was, maar voor een vriend. Los van het feit dat het probleem ontkennen het niet oplost, ligt het Paard Van Troje bepaald niét wakker van de boeken die ik koop — enkel van diegene die ik niet koop. Sterker zelfs, de verkoper wist te vertellen dat De Kunst Van Het Uitstellen een fantastisch boek is, waarop ik mijn handen ter hemel hief en uitriep: "Vandaag is de dag waarop mijn leven écht verandert!" Naïef kind. Weer vijftien euro in de pocket van een schrijver die zelfhulpboeken kakt.

    En zo zat ik even later in Café Labath pagina na pagina te verorberen van een boek dat mij van jarenlang opgebouwde schuldgevoelens moest afhelpen. Het is grappig, en om de twee bladzijden ontsprong mij een dit bén ik, dit is zó écht, net zoals God de wereld voor ogen had zoals hij hem schiep toen hij hem schiep, had John Perry mij voor ogen bij het schrijven van deze shit. Het is ondertussen bijna uit. Het punt is niet dat ik ondertussen nog altijd mijn Alain De Botton-boek (zelfhulp, say what?) moet uitlezen, hetgeen al een week of vijf op mijn to do-lijst staat (Hoofdstuk 3: Takenlijstjes). Het punt is dat ik ondertussen dít boek aan het lezen ben en dat is ook nuttig (Hoofdstuk 1: Gestructureerd Uitstellen). Dit Boek bezit De Kracht Om Mijn Leven Te Veranderen (Hoofdstuk 10: Diepe Gedachten).

    Alvorens de boekhandel te verlaten met Het Boek in een ondoorzichtige witte papieren zak (maar na het betalen ervan, wat het gesprek op zich al overbodig maakte), boog ik nog even over de toog en fluisterde: "Zeg, onder ons gezegd en gezwegen, beloof je me dat dit boek geen zever in pakjes is?" Ik had nood aan een zelfhulpboek dat geen zever is. "Nee, hoor," stelde de verkoper me gerust (hoewel ik niet weet of hij gedreven wordt door verkoopscijfers dan wel door mensen het Boek Van Hun Leven bezorgen), "voor zever moet je aan de overkant van de straat zijn."

    Spotted: headphones

    $
    0
    0
    Het scheelde geen haar of ik had je niet gezien. Je lag die avond rond half zeven, toen iedereen allang naar huis was, nonchalant opgekruld naast mijn fiets. Je was eenzaam, dat zag ik. Ik raapte je op en besefte onmiddellijk: jij was iets bijzonders.

    Je was blauw en oranje en rood en wit. Je was alle kleuren van de regenboog, en aan je verbonden was een klein schattig mp3-spelertje. Ik drukte op je play en we speelden. Oh, we speelden. We speelden de hele nacht, jij fonky ding jij.



    Van de late tot de vroege uren, alle uren heb ik geluisterd naar dat wilde leven van jou. Je muziek was ronduit schitterend. We dansten in september in mijn bed die nacht (never was a cloudy day). Je gaf me dat gevoel, en when I get that feeling, I need sexual healing en je gáf het mij.

    I see the crystal rain drops fall and the beauty of it all— en we bouwden een beetje luchtkastelen, gewoon omdat dat kon. Iets dubstepwaveachtig kaatste heen en weer tussen mijn oren als waren zij slechts cymbalen in dit bestaan. Ik was een huppelende kabouter op mijn donsdeken en Alt-J concerteerde aan mijn voeteneinde — please don't go please don't go, I love you so I love you so. Ik viel in een diepe droomloze slaap in een kabouterplasje van mijn eigen extatische tranen en zweefde wat rond op een wollen wolk van atmosferische hitte. Je was jazz, je was groove, je was funk. Je was waanzin. Mijn puntmuts deed non-stop van je plops.

    Deze ochtend stond ik op en blies je disco mij meteen van mijn sokken. Ik walste de straat op en zal dat doen tot ik je thuisbreng, liefste. De buurman keek op — hij wéét niet wat dit is. Allons ensemble, décrouvrir ma liberté.

    Ik besef dat ik je niet kan houden. Ik kan van je houden maar ik kan je niet houden. Ik wil samen met jou naar de bodem van een diepe oceaan zinken, met mijn voeten diepzeezandvissen omwoelen en met mijn handen jou dicht bij mijn oren houden, koptelefoon. In mijn fantasie doen we exact dat. Ik laat je nooit meer gaan!



    Toch zal ik je thuisbrengen, liefste. Ik begrijp dat je bij mij niet gelukkig kan zijn. Je vaal blauw en pikant oranje komen aan een ander toe. You fucked with my honour and you teased my head, maar nooit werd ik grager verleid, nooit werd ik dwingender misleid, nooit was iets zo zoet als die ene nacht met jou.


    Zon in. Vlees out

    $
    0
    0
    Mijn moeder belt. Of ik meega naar ergens een barbecue dit weekend. "Een barbecue? Maar... het is winter." Dat blijkt naast de kwestie, ze wil gewoon weten of ik meega. Ik vraag: "Is er een optie waarbij ik niet verplicht ben om een halve kilo vlees te vreten?" Nee, die is er niet. "Zelfs niet gewoon een kipfilet zonder meer? Ik wil wel gewoon een kipfilet of een worst maar geen kipfilet en een worst en een brochette en een kotelet en een chipolata en en en vleesbraspartij kots." Nee, ook dat verzoek kan niet worden ingewilligd. Ik bedenk plots dat er op barbecues geraspte rauwe wortelen worden geserveerd. Ik heb nooit gesnapt hoe je het verschil kan zien tussen geraspte wortelen en gewoon de schil van de wortelen, geraspt, waarna de kern van de wortel voor een hoogstaander gerecht wordt gebruikt en de schil enkel voor barbecues. Ik zeg: "Het lijkt mij niet aangewezen dat ik naar die barbecue ga." Ik wil geen vlees eten dat ik eigenlijk niet echt wil eten en ik wil ook geen geraspte wortelschil. Waarop mijn moeder concludeert: "Jij wil nooit eens iets doen voor je ouders."

    Moeder out. Vlees out. Zon in. Er is een gat ter grootte van GhentMUN te vullen in mijn leven en het ziet ernaar uit dat de zon dat mogelijks gaat doen. De emotionele vermoeidheid zit er nog goed in na een fantastisch maar zwaar weekend en iets in de zon brengt tranen in mijn ogen. Ik sta op en ik zie haar halvelings door mijn gordijn schijnen. Meteen volgt het besef dat mijn huis is waanzinnig on-lenteklaar is. Lijstje met dingen die moeten gebeuren alvorens lenteklaarheid in zicht is:
    • gordijn repareren opdat het zou open kunnen en ik 's morgens voor het raam kan gaan staan in mijn geïmproviseerde pyjama en met een snok de gordijnen kan openen en aaaaaaaaah zeggen
    • een gat boren in mijn muur en de staspiegel ophangen
    • zeer algemeen: opruimen (genre 'wat was de kleur van mijn vloer ook alweer — vrij zeker dat de kleur niet is: rugzak handtas verdwaalde handschoen vuile kous')
    • specifieker: opruimen (genre 'het zou leuk zijn mocht ik niet mijn hele bureau moeten uitkammen om mijn tickets voor Two Door Cinema Club te vinden, waarna ik ze niet vind — steek die dingen toch in een schuif for crying out loud')
    • tuinlichtjes kopen en langsheen terras draperen
    • bloemetjes met veel kleur planten in plantenbak
    • vragen aan papa hoe te vermijden dat bloemetjes in plantenbak doodgaan
    • schoenenkast bouwen en volstouwen met ballerina's
    • boekenkast bouwen en volstouwen met boeken die nu nog op een rij tegen de muur staan in de living
    Dingen kunnen ook maar zo lang tijdelijk blijven vooraleer het lijkt alsof je plankgas leeft met de handrem op. Dus ik ga boren en plakken en repareren en naaien en planten en kuisen tot mijn huis lenteklaar is.

    Ik ben zo blij dat de zon terug is, dat iedereen uit zijn wintergrot kruipt, dat er weer kleur is. Ik word er zotmelancholisch van, maar in de lente is altijd alles beter.

    9u00: werk

    $
    0
    0

    Belevenissen voor een hele dag, nog voor hij goed en wel begonnen is.

     

    7u25 Wekker. Gisterenavond over slapen gebabbeld en gelezen. Ik heb acht uur en dertig minuten geslapen en dat heeft duidelijk deugd gedaan. Nooit genoeg. Snooze.

    7u35 Miljaar, het nieuws van half acht gemist. Ik weet nog niet dat Chavez dood is. Ik zou niet wakker liggen van Chavez die dood is. Haha, wakker liggen, komt goed uit: ik moet opstaan.

    7u43 Alle gordijnen openen. Zon.

    7u45 Sinds een paar weken eet ik weer havermoutpap. Ik roer afwezig in de kookpot en wen opnieuw aan de geur. Nu al zeven jaar geleden, op reis in Ierland, had de hele groep diarree gekregen. We verbroederden in de file aan het toilet om drie uur 's nachts en mijn lichaam heeft de schuld onbewust bij havermoutpap gelegd, dat daar elke ochtend op het ontbijtmenu stond. Waar ik tot voor kort nog braakneigingen kreeg bij het woord alleen al, lijkt de grootste degout na zeven jaar officieel te zijn geweken. Ik snijd er een halve sinaasappel en een halve peer bij in stukjes. Rozijnen toevoegen. Klaar.

    7u50Tekst over slapen lezen in The New Yorker in kleermakerszit op mijn mat in de living. Langsheen het raam verschijnt een ramenwasser in de bak van een hoogtewerker. De rest van de wereld is duidelijk al in gang geschoten. Ik zou mijn fleecedeken uit de zetel willen halen om mij te bedekken, maar ik durf niet rechtstaan want ik heb enkel een onderbroek en een t-shirt aan. Ik besef nu dat ik om 7u43 de eerste fout van de dag maakte.

    7u59 Want het nieuws begint een beetje te vroeg. Chavez is dood. Nooit respect gehad voor hoe die mens ziek was maar zijn ziekte ontkende. Alsof kanker nog niet erg genoeg is, moest hij zonodig een ziekte waar zovele andere mensen samen met hem aan lijden, nog wat dieper de marginaliteit induwen. Ik heb de indruk dat Zuid-Amerikanen zeer gereserveerde mensen zijn, met heel veel al dan niet pseudo-christelijke conformistische remmingen.

    8u01 Nog altijd het nieuws. Kathleen Cools probeert de nieuwe Minister van Financiën ook een aantal remmingen aan te smeren. Of hij misschien niet beter "een beetje meer als een minister zou praten". Als ze daarmee bedoelt dat hij wat minder de vinger op de wonde moet leggen, wat meer de zaken moet verbloemen en doen alsof alles ok is en iedereen dikke vrienden en alsof hij niet dagdagelijks zal worden geconfronteerd met mensen die niet het flauwste idee hebben van hoe ze problemen moeten aanpakken maar het goedbetaalde postje waarin ze zich bevinden wel weten te smaken, dan is Kathleen Cools voortaan in mijn ogen de verpersoonlijking van alles wat mis is aan onze maatschappij en de reden dat ik 's nachts wakker lig, niet wetende hoe ik die klotezooi in godsnaam ooit zal kunnen veranderen.

    8u25 Siska doet een luisteraar meezingen met Skyfall van Adele. Dat lied is slecht, die film is slecht, het concept van iemand mee te doen zingen met dat lied is nog het slechtste van allemaal. Siska is een Duracell-konijn waarvan er een paar draden verkeerd zitten. Het schaterlacht aan de lopende band zoals die pop op die driewieler uit Saw en draait rondjes om zichzelf. Wie noemt er zijn kind nu ook Lucien.

    8u35 Op de fiets. Een bejaarde man remt, stapt af, heft zijn fiets op en wandelt er een trap mee op. Mensen steken over zonder te kijken. Een autorijschoolauto staat vast midden in een penibele verkeerssituatie aan de Coupure. Het angstzweet van de leerling stijgt dampig op door de autoramen en alle pinkers staan aan tegelijkertijd. Noch de grote L op de achterruit, noch het opzichtige RIJSCHOOL op het autodak weerhoudt de andere chauffeurs ervan luid te trompen. Het is potsierlijk en ik wens iedereen luid een bijzonder prettige dag toe terwijl ik met de fiets overal tussen kan.

    8u45 Na een ongetwijfeld verkwikkende nachtrust komt ook de bedelaarster aan de Aula in de Volderstraat aan op het werk. Ze neemt haar bedelplakkaat uit haar rugzak en hervat haar gebruikelijke zitpositie. Zij zal een volledige dag in het Frans aan mensen vragen of ze geld op overschot hebben. Ik ben het ten zeerste oneens met haar werkethiek, maar ik ben dan ook een rijk blank meisje met enkel first world problems, dat tijdens de middagpauze een handtas gaat kopen in een winkel die uitverkoop houdt.

    9u00 Werk.

    Fucking skigebied

    $
    0
    0
    Ik heb zoiets met mijn vingers waardoor ze als het koud wordt buiten veranderen in iets wat nog het best te vergelijken valt met bevroren Bifi-worsten (en die dingen zijn ontvroren al goor). De hele toestand doet ontzettend veel pijn en ik wil heel vaak wenen dan, niet zoals gewoonlijk uit emotie en vrouwelijkheid enzo, maar gewoon omdat het fysiek niet draaglijk is. Ik word heel erg cranky als ik pijn heb, dus heb ik een overzicht geschreven van waarom ik het ernstig oneens ben met de huidige weersomstandigheden.

    • Gent is een fucking skigebied, man;
    • ik had gisteravond net al mijn zomerrokjes van bij mijn ouders naar mijn eigen huis verhuisd in mijn grote rugzak; ik verwachtte niet dat ik ze meteen zou kunnen aandoen zonder lange kousen onder, maar ik had nu ook weer niet verwacht dat ik er een volledig schaap ging moeten over aandoen om nog maar de illusie van warmte op te wekken;
    • ik ben gestrooid — letterlijk, die vent van de zoutvrachtwagen kwam op mij afgereden en spoot met zijn zoutspuiters vijf kilo zout op mij en in mijn botten en tegen mijn fiets, die daar trouwens niet kon mee lachen;
    • een beetje alsof iemand om te lachen in plaats van een sneeuwbal een ijsbal gooit tijdens sneeuwgevecht; haha, 't was om te lachen, EUHM AUW PIJN; bedoel, dat is toch een ongeschreven regel van sneeuwgevechten dat je zoiets gewoon niet doet, toch;
    • gelukkig hadden mijn handen op dat moment nog geen kou;
    • net toen ik dat overleefd had, komt er natuurlijk een combi af — ik wéét dat de batterij van mijn voorlicht ongeveer plat is, ja, ik wéét dat, maar godverdomme, dat zijn ook geen manieren om mij eerst te bedelven onder vort strooizout en mij daarna een boete te geven voor rijden zonder lichten in deze diepvries; ik stel voor dat jullie auto's gaan tegenhouden die toertjes om zichzelf staan te draaien in het midden van een ijsplek gelijk een autistisch kind, maar dan een auto; en de flikkencamionnet, zij vertraagde, zij keek heel boos naar mij maar zij reed gelukkig door;
    • want al die auto's moeten natuurlijk ook net nu op de baan en de hellingen afglibberen en toestanden, want nu is echt een excellent moment om je te verplaatsen in gemotoriseerde voertuigen en extra gas te geven terwijl je niet in versnelling staat en extra rechts te rijden om niet te botsen met de tegenligger want het is niet alsof rechts op de baan er ooit fietsers rijden;
    • ik bedacht: laat ik voor de zekerheid nog snel bij de GB passeren en batterijen kopen voor mijn voorlicht;
    • op weg naar de GB een borduur opgereden in een te stompe hoek — ik zag het gebeuren en ik begon al te gillen — huplakee, velo de lucht in, handtas de lucht in, Domi de lucht in en pardoes op haar kont, en ja waarom niet, mét achterwaartse koprol en onderbroek en plein public en ik gilde WA DE FUCK IS DEES NU VOOR EEN SKIGEBIED;
    • meisje vraagt of alles ok is met mij maar oei, zegt ze, ze weet niets van kettingen op een velo leggen, dus ze loopt voort;
    • ik dus mijn ketting terug op mijn velo gelegd, olie aan mijn vingers, nog extra olie aan mijn vingers want de ketting lag van het achtertandwiel ook; mijn neus jeukt, olie aan mijn neus, mijn neus raakt mijn sjaal, mijn sjaal raakt mijn jas; mijn zakdoek zit in mijn jaszak, olie aan mijn zakdoek, olie aan mijn handtas en mijn handschoenen — kom thuis om dit te typen, olie aan mijn toetsenbord, overal fucking kettingolie;
    • terug op de baan en de GB sluit uiteraard om 19u in plaats van de verhoopte 20u — ik zal u eens wat vertellen: in Auckland sluit de supermarkt nooit;
    • nu goed, die val heeft klaarblijkelijk ook iets goeds gedaan want mijn ketting rammelt niet meer en dat deed ze voor de val wel;
    • naar huis dan maar, mijn remmen zijn net als mijn hangslot trouwens compleet toegevroren; ik glijd gewoon voorbij mijn oprit, ik zeg: nee, 't is hier dat ik eraf moet en nog een paar ingehouden vloeken; bochtje pakken, rechtsomkeer maken, beter mikken de tweede keer;
    • mijn worstenvingers doen zoveel pijn sinds ik geen handschoenen meer aanheb sinds dat incident met die kettingolie en ik krijg mijn sleutel niet omgedraaid in het slot van de kou;
    • ik geraak uiteindelijk binnen en ik zie op mijn terras twee viooltjes dood wezen; pa had gezegd dat viooltjes niet graag te warm hebben dus ik dacht vanochtend: ik zet ze buiten, en ja, nu zijn ze zeker dood

    Maak mij wakker, a.u.b., als de temperatuur terug boven het vriespunt stijgt. Mijn worstenvingers kunnen hier echt niet tegen. En doe mij eraan denken dat ik morgen batterijen koop.

    Fucking skigebied (2)

    $
    0
    0
    Wat voorafging: Domi is voorbereid op lenteweer maar krijgt in plaats daarvan een sneeuwmageddon. Ze valt met de velo maar er gaan ook nog andere dingen mis.

    Kijk, maar vandaag, deze morgen, dat is grappig. Dit is een skigebied de naam waardig. Hiervoor laat ik mijn zomerrokjes met plezier in de kast hangen; het is een duidelijk signaal al van 's morgens bij het opstaan: vandaag is koud en glad, brace yourselves. Als je geen handschoenen aandoet en een skifrak, ben je een mongool. Als je dingen met banden eraan uit de garage haalt, verdien je elke minuut leed die op je afkomt.


    Ik snap niet dat wij ons telkens weer massaal laten te grazen nemen door die sneeuw. De wolken doen het at this point ookalleen maar om nog eens goed te kunnen lachen.
    "Zouden ze geleerd hebben uit de vorige keer? We zullen nog eens testen."
    Sneeuw.
    "HAHAHA, nee, knal hetzelfde, alles zit vast. Ze zijn gore zwarte sneeuwpap aan het maken met zout in. Ale, ziet da nou af. En auto-ongevallen! Zoveel auto-ongevallen!"
    En zo drinken de sneeuwwolken al gierend en brullend muntthee terwijl ze neerkijken op ons, dutsers.

    De krant kondigt blijkbaar aan dat er geen noemenswaardige problemen zijn met het treinverkeer. Een collega post op Facebook een foto van het vertrekscherm in zijn station. Er staan twee treinen op die beide al anderhalf uur moesten op de baan zijn. Niet dus. Toch zegt de krant dat er geen enkel probleem is.
    "Euhm, ik bel om een probleem te melden. Misschien kunnen jullie dat op de website zetten."
    "Meneer, de mensen van de website staan in de file. Het was hoogst noodzakelijk dat zij hun job vanop de werkcomputer doen in plaats van via hun computer thuis, dus ze staan in de file onderweg naar kantoor. Bovendien ontkennen wij dat er een probleem is met de trein."
    "Nee, maar, er is een probleem. Ik zeg u dat er een probleem is. Er rijdt geen enkele trein."
    "Er. Is. Géén. Probleem. Verstanden?"
    En dus zegt de krant dat er geen probleem is en vertrekt de Vlaming naar het station.

    Het is alsof we allemaal te druk bezig zijn met ons druk maken — wij zijn collectief die autisten van in de blogpost van gisteren, die toertjes draaien op een ijsplek. Oh kijk, sneeuw, error, error, wat nu, oh kijk sneeuw, error. Laat mij met rust, het sneeuwt. Het sneeuwt; ik kan niet nadenken! Haar in de war, ogen die vuur spuwen. Bonken op de borst, oerkreet lossen. Het sneeuwt en we zijn onszelf niet meer.



    Er worden vragen gesteld. Ligt het aan de overheid? Aan het weerbericht? Het ligt vast aan het weerbericht. Die loser van een Deboosere heeft ons niet bang genoeg gemaakt en we zijn massaal de auto ingesprongen. Maar de belangrijkste vraag van allemaal, die wordt niet gesteld. Het is nochtans de enige relevante. Wat zouden de Noren doen?

    Google dat eens terwijl je in de file staat. Google dat eens terwijl je naar een treinscherm kijkt waar heus geen treinen gaan op verschijnen die voor de middag toekomen. Ik ga te voet naar het werk, luxepaardje als ik ben. De leute nog.

    Dit feestje eindigt NOOIT

    $
    0
    0

    Two Door Cinema Club in de AB -

    een essentieel concertverslag vanop de tram the morning after


    "Ik heb niet genoeg wisselgeld", leest de ticketautomaat aan de tramhalte vanochtend. "Zal ik u
    - alsnog 70 cent teruggeven en een ticket of
    - al uw geld teruggeven en geen ticket?"
    Ain't nobody got time for this. Ik moet die tram halen.

    "U heeft het laatste wisselgeld opgebruikt", zeg ik glimlachend tegen de man die vlak voor mij een ticketje kocht. Hij kijkt geschokt op. "Hoeveel ontbreekt er?", vraagt hij. "Tien cent", zeg ik. De man weet duidelijk niet wat te doen met dat antwoord. Gaat hij mij nu uit een soort misplaatst schuldgevoel tien cent geven? In dat geval had ik beter één euro geantwoord. Hij stapt gewoon de tram op, zijn gezicht nog steeds op doodsangst. "Het was een mopje, meneer", probeer ik nog. "Ik bedoel, de automaat had effectief geen wisselgeld meer, maar het is ok." Gosh, mensen zijn zo serieus altijd.

    Op de tram in mijn oren én mijn benen: Two Door Cinema Club, uiteraard. Het feestje is begonnen gisteravond zo rond negen uur, en het is nog altijd niet afgelopen. Ik denk niet dat het ooit zal aflopen. I believe this costume party is over.Euhm, no it's not.

    costume party = so much fun
    Strak. Zo heb ik mijn indiepop en mijn frontmannen het liefst. Alex Trimble ontbrak het wat aan strakheid. Hij heeft een buikje gekweekt, lijkt mij, en in combinatie met zijn blinkende zilveren trainingsvest vlamde de term Onslow even door mijn hoofd. Hij heeft tegenwoordig ook een niet bijzonder flatterende neuspiercing, maar zelfs dat vergeef ik hem wanneer hij begint te zingen. En als je dát al obsessieve idolatrie wil noemen, denk dan even aan de bakvissen die na afloop van het concert met de grote witte ballonnen aan de haal gingen die over het publiek botsten tijdens het laatste kwartier. Binnen een paar dagen is de lucht eruit en ligt er op hun TDCC-schrijn gewoon verfrommeld prutplastiek. Ik was de braafste in de zaal, jong, ik wou gewoon dansen.

    Gelukkig was de indiepop wél strak. Veel meer dan dat kan ik er niet over vertellen. Ik heb geen setlist voor je, want ik was aan het dansen. Het gros van hun beide cd's is de revue gepasseerd, ... kan je dáár wat mee? Dat valt niet te beschrijven, het gevoel om met honderden andere fans te dansen op muziek die we allemaal fantastisch vinden. Op de balkons keken mensen nogal sip, maar wie gaat er nu ook naar een concert om op het balkon te zitten. Dicht bij het podium moet je staan, in de massa. De jongeman die in die massa sorry zei tegen me toen hij hard op mijn voet sprong en waartegen ik op mijn beurt sorry zei toen hij telkens ik gilde zijn vingers in zijn oren moest steken, die heb ik nooit meer teruggezien.

    Ik heb niet bijgehouden hoeveel keer de bandleden Thank You hebben gezegd. Op een bepaald moment kreeg de mantra zelfs een eigen gitaarrif mee. Het moet gezegd, Belgische publieken hebben de reputatie van fantastisch te zijn en het wás ook echt wel weer van dat gisteravond.

    Op het einde van het concert gaat iedereen compleet loos. Ik begrijp niet waarom; het is gedaan. Mijn handen zakken van hoog boven mijn hoofd een beetje verloren tegen mijn voorhoofd. Ik moet naar adem happen en het voelt als bidden. Hoe stiller ik word, hoe luider en meer in slow motion de rest, en als een visioen uit het in rook gehulde podium komt het viertal nog eens op. De lichten gaan opnieuw aan voor het strakjes écht gedaan is met de strakheid. Wacht even, juist, met mijn ingehouden wiebelende dansknieën op de tram als afdoende bewijs: dit feestje eindigt NOOIT.

    "Alright then, more music", knipoogt Alex. Smelt. Spring. Dans.

    Nog 57.3% over

    $
    0
    0
    In mijn gedachten zijn we opgestaan en naar buiten gegaan bij zonsopgang, wanneer steden nog wakker worden, nog een beetje slaperig zijn, en alles nog kan gebeuren. Ik hou van die anticipatie, van die mogelijkheden, van mensen die haastig ergens heen stappen en waarvan ik hoop dat ze vandaag ook nog gaan lachen, van winkels die opengaan, van opgewekt goeiemorgen zeggen aan iemand die het niet verwacht. Steden zijn het mooist wanneer ze zich voorbereiden op een nieuwe buzz, in het oog van een storm maar nog meer in de stilte ervóór. Steden zijn het mooist bij het krieken van de dag.

    De zon schijnt en we gaan koffie drinken. We hebben zonnebrillen bij en ik mijn stadsgids en mijn fototoestel. Jij bent tegen stadsgidsen en drinkt geen koffie, maar daar vinden we wel iets op. We gaan, wanneer de dag nog moet opwarmen en de trui nog niet uitkan, we gaan, vóór alles écht in gang schiet en we wel uit onze bubbel moéten, we gaan voor de hel losbarst in New York City, koffie drinken.

    We hebben vier dagen in New York. Ik weet niet wat ons bezielde want dat zal schromelijk onvoldoende zijn voor alle koffies die ik wil drinken achter een raam met zicht op voorbijgangers. Ik zie de kaart van New York en ik besef dat we echt niet genoeg tijd gaan hebben. We hebben nooit genoeg tijd.

    Ik beloof, nu dit alles neergeschreven is, dat ik in New York geen Starbucks-koffie zal drinken. Dat is 42.7% van alle coffee shops al meteen uitgesloten. Misschien lukt het dan nog net in vier dagen.

    But the pearl knows

    $
    0
    0
    Viewing all 57 articles
    Browse latest View live