Quantcast
Channel: ZegMaarDomi
Viewing all 57 articles
Browse latest View live

Een maatje groter

$
0
0
Je kent dat — vliegtuiglimbo. Beetje wachten, beetje zeven kilometer wandelen van controlepost naar controlepost om daar je aanwezigheid op de planeet te verantwoorden. Ik wil alle gezouten vliegtuigpretzels opeten en ik wil nooit meer iets eten. Ik wil voor altijd altijd slapen maar ik wil ook heel erg in het moment blijven en naar de wolkwoestijn kijken. Je een beetje vee voelen in transit maar toch echt nergens anders willen zijn. Mijn benen hebben geslapen onder mijn kin, onder Wouter zijn kin, onder de oksels van de mensen op de rij voor mij. De vliegtuigmuziek was heerlijk en ik heb naar Parks and Recreation gekeken (ze waren op reis... in Washington). Ik heb ook geprobeerd mijn reisgids van Washington te lezen, maar op pagina 100 zag ik het niet meer zitten. Alles is hier zo onvatbaar groot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Bijna had ik die van New York moeten lezen. We hadden theoretisch gezien één sjofel uurtje tijd in JFK om door douane te geraken en onze volgende vlucht te halen (mogelijks in een obscure gate aan de andere kant van de luchthaven). 
Pa van Wouter, hoopgevend als hij is: "Nee, dat mogen jullie vergeten." 
Delta grondpersoneel in Zaventem: "Ooh, wettelijk gezien is dat in orde want het is meer dan anderhalf uur." — "Het is één uur, dat is niet meer dan anderhalf uur." — "Oei, één uur. Euhm. Ik zou het nog eens vragen aan het grondpersoneel in JFK."
Ergens mid-air is ons één uur er twee geworden en kwam alles goed.
Alles is hier groter. Ik zou zeggen 'een maatje groter', maar dat klopt niet. Het is 'een paar maten groter' — ik ben hier een kleine medium, hoogstens. Ik ben hier een peuter en alle dingen rond mij zijn grotemensenmaat. Een auto is niet gewoon een auto, een auto is een vrachtwagen. De baan is niet gewoon vijf meter breed, de baan is tien meter breed speciaal voor de vrachtwagens. Er zitten niet één of twee personen achter een balie, er zitten er vier. Heck, er zijn balies om mensen te begeleiden naar balies. Er was duidelijk te veel plaats toen Amerika gebouwd werd, en daarom is alles heel groot. (Vraag: zijn de mensen uitgezet omdat er nu eenmaal plaats was voor grote auto's en huizen? Of zijn de auto's en huizen door de tijd vergroot omdat de mensen uitzetten?)

Op JFK koop ik mij een potje yoghurt. Het is het gezondste dat er in het rek staat, en dan nog staat er in grote waarschuwende letters op: 513 CALORIES. (Een waarschuwing gewoon is niet voldoende, doorgaans worden waarschuwingen vergezeld van verwijzingen naar federale wetgeving. Ook is één waarschuwingsbord nooit genoeg, het moeten er minstens vijf naast mekaar zijn. Vraag: als de aanwezigheid van een roltrap al twee grote waarschuwingsborden vergt, hoe in godsnaam krijg je dan nog troepen gemobiliseerd wanneer het écht gevaarlijk is, bij, ik zeg zo maar iets, EEN ORKAAN?) Ze zijn als de dood voor calorieën blijkbaar, maar hun voedingswaar loopt er wel van over. No way dat in België een yoghurtje één vierde van mijn dagelijkse hoeveelheid voedsel uitmaakt. Na mijn half trauma met het yoghurtje-dat-ik-niet-opkreeg (mijn god, het was bijna een halve liter, mijn maag zei stop), durfde ik gisterenavond in de 7/11 zelfs geen chocoladereep meenemen, zo bang ben ik. Als het zo voortgaat, ga ik twee weken weigeren om dingen te eten die niet gecertifieerd macro-biotisch zijn. (Over eten blog ik nog wel eens, dat belooft hier een issue te worden.)

Nog beetje dutjes doen in het busje richting hotel. Het zwembad (joepie, een zwembad!) is klein en koud en ongezellig en het ontbijt is niet inbegrepen en het internet in principe ook niet (maar daar hebben we wat op gevonden), MAAR het bed is ruim twee meter breed en er is een zee van zeven hoofdkussens en een koffiemachientje en mini-shampootjes en ik typ dit vanuit een comfortabele zetel die twee keer zo breed is als ikzelf dus ik heb alles wat ik nodig heb. Fox News vertelt op tv dat benzine dringend de helft goedkoper moet worden, dus ook qua wereldbeeld zit alles snor hier.

Jetlaggewijs ben ik als een blok in slaap gevallen nog voor tien uur gisterenavond en spontaan weer opgestaan zo rond een uur of vijf. Het laatste wat ik mij herinner is samen door het raam naar de lichtjes kijken en Wouter die zegt: "Dit is waarom we steden zo wijs vinden. Het is voor de lichtjes dat we het doen." 't Is zo. 't Is voor de lichtjes dat we het doen. Dat er meer lichtjes zijn dan bij ons, daarover ga je me echt niet horen klagen.



Hoogtepunt van de dag: minispeelgoedvliegtuig van 30 personen van New York naar Washington. En die yoghurt, die was eigenlijk ook wel lekker.

Afstandelijk Washington

$
0
0
Zaterdag. Ontbijt is in het water gevallen, of moet ik zeggen de diepvries. De frigo stond voor absoluut geen enkele reden op het maximum en het ontbijt bestond bijgevolg uit bevroren melk en bevroren Philadelphia en bevroren hesp. Gelukkig was er een haardroger voor de hesp en de kaas; de melk hebben we verdund met heet water zoals arme mensen.

Ook de kledingkeuze liep niet van een leien dakje. Hij wou het eigenlijk niet zeggen, dat die legging belachelijk is, maar dat zit ZO GEMAKKELIJK. En zoals die mens met wie we in de metro aan de praat raakten opmerkte: "You dress like an American," en dat was vanaf het begin, uiteraard, de bedoeling. Hij stelde voor ook nog 50 kilo te verdikken en werkloos te worden om het plaatje compleet te maken. Hey, ik ben toch al qua kledij aangepast aan lokale coutumen. En ik ben op congé en Amerikanen niet, dus ik mag leggings dragen. Dat is trouwens wel iets cools: Amerikanen staan altijd open voor een random gesprek. Volgens Wouter mag ik daar niet uit afleiden dat ze je effectief aangenaam vinden. Volgens Wouter mag je nooit, onder geen enkele omstandigheid, aannemen dat mensen je aangenaam vinden.

Op naar DC dus. Vergeet wat ik eerder zei over dat alles hier groot is: de situatie is nog erger dan gedacht. Lincoln zit in zijn eigen Griekse-tempel-Memorial op een troon van een meter of vijf hoog. Wereldoorlog II moet worden gecommemoreerd met een monument waarvan elke steen staat bedekt met Woorden Van Grote Emotie. Niet dat een scheet laten volstaat voor een eigen monument, dat wil ik niet gezegd hebben, maar er zijn er véél, en gróte.
Het Witte Huis is dan weer een vrij normaal huis. Ook het Capitol is eigenlijk echt wel mooi. Noch bij Obama's residentie, noch in de Senaat en het House of Representatives is inbreken echt onmogelijk, maar het is altijd wat oppassen voor de snipers. Die mannen zien hun rooftop parties niet graag verstoord.

Langsheen de met Aziaten bezaaide National Mall zijn we binnengegaan in het Museum of American History, in de hoop een pak wijzer te worden over het donkere verleden van dit grootse land, ontdekkingsreizen, slavernij enz.

Wouter zegt: "Laten we een uur of twee hier rondlopen."
Ik zeg: "En wat als je dan niet het hele museum gezien hebt? Je kan toch niet een half museum zien. Wat als je een eeuw mist ofzo, dan houdt het verhaal geen steek meer."
Wouter vraagt: "En wat doe jij dan in het Louvre? En in het Centre Pompidou? Bijvoorbeeld?"
Ik antwoord: "Niet heen gaan. Twee dagen in rondlopen."

Het museum bleek helaas op kleuterklassen te zijn afgestemd en niet op Europeanen met een basiskennis van wereldgeschiedenis, opgedaan via een meer dan degelijk onderwijssysteem. Grote tekeningen en simplistische uitleg. Op een uur waren we buiten, en ik voel me perfect goed bij het gezien hebben van een kwartje museum.

Veel dutjes gedaan op eindeloze grasvlakten, dat hebben we ook. De zon scheen hard en er staat nu een zonnebrilvormige witte plek op mijn gezicht. Mensen zijn dieren, dat staat nu ook wel vast. Ze leggen zich wat in de zon, lepelen met hun vinger speculoospasta recht uit de pot en kijken naar eekhoorns die, afhankelijk van onze ligpositie, verticaal dan wel horizontaal een boom opklimmen en mekaar rondom de boom achtervolgen. Als je zicht hebt op mensen hun onderste helft, zie je ook pas echt hoeveel vrouwen leggings dragen. Eens je erop begint te letten, ben je een vogel voor de kat. Ik begrijp nu ook beter dat een algemeen verbod wel degelijk nut zou kunnen hebben, hoewel een inkrimping van mijn persoonlijke reiskledijvrijheid.

Washington was afstandelijk vandaag. Misschien is het omdat het zaterdag is. Misschien waren de kantoren allemaal leeg en de studenten van Georgetown University allemaal heel rustig, maar het was té rustig voor een hoofdstad. Ik hoop dat daar nog verandering in komt. Steden moeten bruisen en kronkelen zoals Parijs, niet stil en leeg zijn zoals Canberra.

Het is zondagochtend ondertussen. Ik kijk naar Fox News ontbijt-tv. COOLSTE ZENDER OOIT. De perfecte mix tussen comedy channel en science fiction channel. Needs more cinnamon bagel. Dit is echt mijn land. Iedereen moet surfen naar www.childbirthinjurylawsuit.com, want zelfs als je kind normaal functioneert, zal er wel een reden zijn om een class action lawsuit te starten tegen het ziekenhuis, dus waarom ook niet.

Kaas in frietvorm?

$
0
0
Als om 7u15 (laatste beetjes vroege jetlag) de mp3 aangaat om mijn eigen hoestbuien niet meer te moeten horen en het eerste liedje dat ik hoor is Dos Cervezas (waarbij we er kunnen vanuit gaan dat dat liedje niet door mijn maar door toedoen van een broer op de mp3 beland is), dan kan het ofwel een heel goede, ofwel een heel slechte dag worden.

Vandaag was dagticket in de metro, dus we hebben heel de stad doorkruist. Eerste halte: Arlington Military Cemetery, alwaar onder andere de volledige Kennedy familie hun laatste rustplaats heeft.

Middageten deden we bij Ben's Chili Bowl, want Obama heeft dat gedaan dus moeten wij dat ook. Reuzegezellige keet, waar niemand gratis eet... behalve Obama en Bill Cosby. We bestelden chili, obviously, en mijn vegetarische variant bevatte nog altijd vlees maar dat is wel ok want ik ben niet echt vegetariër. De side dish was frieten met gesmolten cheddar. (Wouter: "Misschien zijn cheese fries kaas in frietvorm".) Ik wist niet dat frieten überhaupt bestonden met iets anders dan mayonaise en stoofvleessaus, maar frieten met kaas is waarlijk een gat in de Belgische frietmarkt. Het was allemaal best smakelijk, maar ergens halverwege voelde ik toch een soortement indigestie opkomen en een half uur nadien voelde ik mij vadsig tout court. Ik wou een stronk selder, en Wouter zei "Iew", maar toen wees ik er hem op dat selder een proper afrodisiacum is en hij keerde zijn selderkar.

Hoewel diezelfde Wouter naar eigen zeggen niet echt in een kunstige bui was vanmiddag, passeerden op de National Mall zowel het Hirschhornmuseum als de National Gallery of Art de revue. Moderne kunst = de max. Hirschhorn is de arty farty modernekunstvariant, de East Building van de National Gallery huisvest de meer "traditionele" moderne kunst. (De West Building stelt alle soorten kunst uit alle soorten landen van 16de tot en met 19de eeuw tentoon, maar dat is minder mijn ding.) Ik ben heel kieskeurig in mijn kunst. Eigenlijk is alles voor 1940 niet volledig mijn ding (behalve Kandinsky en Brancusi, maar die waren hun tijd misschien voor). Pollock, Warhol, Kline, Rothko — gecompliceerd eenvoudige kunst brengt rust in mijn hoofd die er op een andere manier niet ingeraakt. Die kunstenaars mogen allemaal komen exposeren in mijn wc — dat is de norm; als ik kunst kan verdragen op mijn wc, kan ik ze overal verdragen. Ik schreef iets in mijn notitieboekje tegen de muur. "Don't write on the wall", roept een opzichter. Ik schrééf niet op de muur, ik schreef in mijn boekje, tegen de muur. "Don't play on the elevator", zegt een opzichtster wanneer ik mij even opduw op de handsteunen van de roltrap. Stick up butt, much? Gelukkig bleef ademen al die tijd toegestaan.

In Chinatown vind ik voor het eerst in twee dagen ambiance. Er loopt veel volk op straat, er zijn winkels en eten te over. Ik denk even gezond te doen en ga bij Chop't een slaatje met boerenkool kopen. Blijkt het slaatje zo groot te zijn dat ik na nog geen derde moet stoppen. Ik heb morgen nog slaatje als ontbijt, lunch én avondmaal, ware het niet dat er ook nog cinnamon bagels zijn en we van plan zijn naar Belga Café te gaan om ons Vlaams wat te oefenen.

Een heerlijk kunstige dag, zowaar, maar alweer nogal moeilijk wat eten betreft. De kerselaars bloeien hier ondertussen op hun gemakje voort in Washington (en dat zijn er heel erg veel, gul geschenk van Japan), met een bijhorend National Cherry Blossom Festival, nog tot half april. Dat ga ik morgen eens uitchecken. Tot dan is er American Ninja Warrior (wachten maar tot dat concept naar Europa komt overgevlogen, Total Wipeout is er niets bij) en rode wijn. Wat een mooie mooie dag. (Als Belgenlandje voorlopig een beetje minder mooi is, hang in there, en als het helpt, het heeft vanavond ook een beetje gesneeuwd in DC.)

Hoezo, het is u eender?!

$
0
0
1. Wat gebeurt er als je een hard core city tripper, reisgids doorspekt met post-its in de hand, op reis stuurt met een laid back city tripper, die wel ziet wat er op hem afkomt? Dan krijg je hommeles, van 's morgens bij het opstaan al. "Ik zou je plannen willen counteren", geeuwt Wouter, "ware het niet dat ik geen alternatieven heb." En dus bepaalt Domi ongeveer het programma van de dag, en stappen we bergop door de sneeuwdrets naar buiten de stadskern, naar de tiende langste (niet grootste) kathedraal van de wereld, tot we zweten, om maar iets te zeggen. Karma is een bitch. Schrijf ik de afgelopen dagen nog over mijn zonverbrand voorhoofd en de sneeuwstorm in België, word ik deze ochtend zelf in eentje wakker. Het was waarlijk geen weer om een hond door te laten.

Ik weet niet of Wouter oprecht geïrriteerd is dat een stadsdeel voor mij niet gewoon een stadsdeel is, en dat ik pas wil geloven dat de Fishwarf echt niet zo bijzonder is tot ik ze met mijn eigen ogen gezien heb, hoewel hij ze zelf nog niet met zijn eigen ogen gezien heeft. Ik vind dit moeilijk en er ontstaat een iets te vriendelijke, half onuitgesproken rivaliteit die — zo navraag leert — niet enkel in mijn hoofd plaatsvindt maar ook in het zijne.

2. Het gaat verder dan city trippen. Vragen over wat te doen in deze stad worden vragen over de morele objectiviteit in deze wereld, over waarom niet iederéén McDonalds haat en sigaretten wil verbannen, over waarom auto's per se moeten rijden in het stadscentrum van Gent, over dat ik het moeilijk heb aan te nemen dat er niet zoiets bestaat als objectief juist, en dat mijn denken al eens durft domineren. Toch ga ik al die tijd mee binnen in McDonalds (om mijn slaatje op te eten), terwijl hij weet dat ik een hekel heb aan die keet, en eet hij tolerant een boterham met choco naast mij terwijl ik naar Badly Drawn Boy luister in de Starbucks en de regen zachtjes tikt op het raam (sfeerschepping).

Ik zeg: "Badly Drawn Boy was net wat ik nodig had."
"Ik ken niemand die zo hard op muziek leeft als jij", zegt Wouter.
Ten eerste: dat is niet waar. Veel mensen leven op muziek. Ten tweede: alsof 'een Alt-J-dag hebben' en 'ik voel me Two Door Cinema Club' geen uitdrukkingen zijn die drieduizend keer meer zeggen dan ze woorden tellen.

Voor ik het goed en wel besef wordt mijn mond een starre platte streep en mok ik om het feit dat zijn wereld een andere kleur heeft dan de mijne. En als hij de dingen zo graag in perspectief voor me plaatst, AAN WIENS KANT STAAT HIJ DAN EIGENLIJK, mijn maatje, dit wezen aan wie ik het minst twijfel op de hele wereld? Waarom heeft die jongen nooit een waardeoordeel? DE DINGEN KUNNEN U TOCH NIET ZOMAAR GELIJK ZIJN? Misschien kan hij geen muur zijn voor mij als ik er niet af en toe keihard tegenaan knal.

3. "Zijn we terug vriendjes?" vraag ik op de metro terug naar huis, hoofd op zijn schouder.
"Waren we ooit geen vriendjes dan?" countert hij de vraag.
"Deze middag waren we even geen vriendjes, vond ik."
"We zijn nooit geen vriendjes geweest, ook deze middag niet. Maar onze wereldbeelden zijn zó verschillend, jong."

4. Er is niets objectiefs aan stoofvleessaus met een goeie geut Leffe en een boterham met mosterd in Belga Café het lekkerste eten van de hele wereld vinden. Er is niets objectiefs aan warm brood met goeie boter. Dat is alleen maar zo omdat stoofvlees met Leffe de smaak is van thuis, de smaak is van wat hoort, de smaak van dingen waarover niet te discussiëren valt. Dat rijstpap mij voor de rest van mijn leven aan mijn moeder zal doen denken, hoe ver of hoe dicht ze ook is en hoe hard ik soms mijn moeder niet ben, daar is niets objectief en alles juist aan. Ik weet het ook niet, of die objectiviteit die ik zie wel bestaat. En zo bracht Wouter in Washington vandaag mijn wereldbeeld nog maar eens aan het zwalpen. Ik weet niet of ik hem iets anders zou willen zien doen.

Iedereen slaapt nog

$
0
0
Ik ben als eerste wakker in een huis dat ik niet ken. Ik heb koffie gezet maar ik heb geen flauw idee hoe dat hier werkt in Amerika, met ounces en pounds en gallons en cups en tablespoons en hoewel hij er van ver best zwart genoeg uitzag is het resultaat doorzichtig bruin water. Ik ben te lui om opnieuw te beginnen dus voeg ik gewoon melk toe en klaar. Ik heb de gordijnen zo goed ik kon geopend. Een inwoner des huizes vliegt van de trap recht naar de voordeur op weg naar de les. Hij ziet er niet zo wakker uit en ik ga je vertellen wat ik gisteren heb gedaan.

We stonden ontieglijk vroeg op en namen de bus van Washington naar Blacksburg, Virginia. Ik mediteerde een beetje, las een boek uit en sliep. Ik at Rice Krispies recht uit de doos, zonder melk. Twee dingen over Rice Krispies
- het zijn de enige ontbijtgranen die ik lust met melk
- het zijn ontbijtgranen die ik enkel lust met melk en die was er niet
- vroeger aten we thuis Rice Krispies op zondag
- Rice Krispies = slecht buseten. Overal Rice Krispies. Domi in de bus op een bedje van Rice Krispies.
Dat waren vier dingen over Rice Krispies.

Ik zit in mijn harembroek in kleermakerszit op een draaiende bureaustoelkruk aan de toog van zo'n grote Amerikaanse keuken in een studentenhuis dat, periodiek geholpen door de klein maar krachtige tufjes van een automatische luchtverfrisser, weet hoe het aanvaardbaar proper moet blijven. Er is aanwezig
- een koelkast met vriesvak
- een kookvuur met oven
- een koffiezet
- een vaatwas
- een microgolf
- een blender
- een cocktailshaker
- heel veel keukenrol en geen keukenhanddoeken
- minstens 36 flessen met alcoholische inhoud
- de GQ van mei 2012, waarin op bladzijde 72 heel nauw aansluitende kostuums met te korte broekspijpen hun intrede doen
Dat is heel veel keuken voor een studentenhuis. Meer koffie.

Ik dacht gisteren op die bus aan terugkeren naar plaatsen. Wat gebeurt er wanneer je na een tijd terugkeert naar een plaats die veel voor je betekent? Iets over ontnuchtering over hoe goed de dingen blijven draaien in je afwezigheid, de confrontatie met je eigen vervangbaarheid en de vergankelijkheid van de meeste vriendschappen? Niets van dat alles op het eerste zicht (en verder zal ik nooit geraken). Ze kennen Wouters naam nog, en iedereen knuffelt. Mijn naam is Dominique, maar zeg gerust Domi. Ze zijn reuzegastvrij, deze Amerikanen, en vriendelijk!, maar ik weet niet hoe hard ze het menen en of ze morgen nog gaan weten wie ik ben. Als het oppervlakkig gaat zijn, hoeft het vaak voor mij al niet meer per se (en dat is, voor alle duidelijkheid, geen puur Amerikaanse kwestie). Veel gesprekken gaan over eten en/of vrouwenlichamen. Niet óngezellig in een bepaald licht, en ik probeer geen choquerende Europese dingen te zeggen.

We gingen naar een bar die sloot om half twee. Er werd luid gezongen en gedronken en een beetje gerookt (zo 2000). Er waren overal tv's. Naarmate de avond vorderde kozen meer en meer mensen hun seksuele dier van de nacht uit, al dan niet aan de hand van intens geschurk van het ene lichaam tegen het andere. Ik ben zeer snel onder de indruk van menselijk gedrag in al zijn aspecten (inclusief mijn eigen, maar ik was niet dronken deze keer).

Terwijl nu van de parkeerplaats die deze stad is meer en meer middelgrote auto's zich een weg banen richting beschaving, zit ik nog steeds gewoon maar naar James Blake te luisteren in de keuken met een banaan en Stargirl. Ik hoor gestommel boven, ik denk dat er iemand wakker is. Open einde.

Bij Bill in Boston

$
0
0
De naam van onze host is Bill. Hij woont samen met twee vrouwen en het is geen polygamie. 's Morgens maakt hij ontbijt voor ons met bagels en cornflakes en sojamelk en gouden bestek. De ontbijttafel is groot en hoog en net als het huis Victoriaans. Er zijn gordijntjes en kandelaars en kasten met beschilderd porseleinen servies en ik durf niets maar wil alles aanraken. We moeten onze schoenen uitdoen als we binnenkomen. Op de spoelbak van het toilet staat een waanzinnig enge sanseveria.

Bill ziet een boek over schrijven slingeren tussen onze valiezen wanneer we 's avonds laat aankomen en meldt dat hij voor de lokale krant een wekelijke column schrijft. "Wie van jullie is de schrijver?" "Ik", zeg ik. "Nice to meet you", geef ik hem een hand, "Dominique —aspiring writer." Ik heb mezelf nog nooit voorgesteld als schrijfster, voor alles een eerste keer. Stap één in schrijfster worden: geen boeken lezen over schrijven. Verticaal klimmende eekhoorns nog aan toe, hoe gênant.

Boston is wijs. De straten lopen hier niet hersenloos parallel met mekaar in vierkanten. De auto's lijken soms te denken van wel, maar dat is een andere zaak. Bij het oversteken gelden drie regels
1. groen is wit; bij wit mag je oversteken
2. rood is oversteken, maar een beetje beter oppassen
3. rood is wit indien iedereen oversteekt
Deze regels gelden niet enkel in Boston maar in heel de VS. Soms blaft het toestel ofwel WALK ofwel WAIT. Negeren is de boodschap, enkel de kleuren tellen.

Boston is een stad met een overzichtelijke grootte. Het waait dat het geen naam heeft maar de zon schijnt. Mensen zijn vriendelijk en wijzen ons de weg wanneer de smartphonebatterij er na een halve dag de brui aan geeft. Het voelt hier Europees aan. (Kijk mij open zijn voor de wereld. Ik vind de hele wereld leuk, maar daar waar het Europees is en voelt toch nog ietsje leuker. En dat noemt zichzelf dan reiziger.) Er zijn veel winkelstraten. Er zijn zóveel winkelstraten. Ik heb botten met Marokkaans tapijt gekocht aan halve prijs en Kiehl's lotion die ruikt naar versgekookte pasta. Ik heb alle winkelzakken zelf gedragen. Er zijn winkels met groenten. Overal zijn mensen in mooie kleren. Ik vind deze stad nu al schitterend.

Vanuit New York naar hier geraken deden we met de auto. (New York, was jij in New York? Volgens deze blog was jij nooit in New York.) Hier zijn de sleutels van jullie reuze-4x4, waarvoor dank, en nee, we hoeven geen extra ongevallenverzekering — dat Amerikaanse verkeer zal wel meevallen. En zo doorploegden we de spits onder Brooklyn Bridge. We lieten de ene skyline achter ons op weg naar de volgende. De kar voltanken voelde als dood tanken in een machine des doods, maar binnenin zat de sfeer wel goed. Af en toe lichtte een knopje ECO groen op op het dashboard; doorgaans bolden we op zulke momenten toevallig een helling af. Klopt, deze auto is ecologisch wanneer we geen gas geven. Na een kleine honderd mijl settel je er wel in, in het roadtripgevoel. Voeten omhoog, zetel naar achter. Boek lezen, uit het raam staren. Twintig mijl keuvelen of tien mijl gewoon muziek. De eenzame trucker. De grote drinkbussen met het rietje daar waar de versnellingsbak zou moeten zitten. Een tiental tankpompen en de obligate combo Subway-Starbucks-McDo. Het spiegelbeeld daarvan aan de overkant van de weg. Alle autsnelweggebouwen exacte replica's van elkaar, elke paar mijl opnieuw. De eindeloze snelwegen tout court. Hij rijdt. Ik rijd. Op de radio jolige country, schunnige hiphop en een slinger jarennegentigmuziek die ons plotsklaps weer twaalf doet voelen. Iets met meezingen met de Backstreet Boys op cassette.

Op een van onze tussenstops (smartphone/gps opladen, drinkbus bijvullen) plooi ik. "Frietje?" vraagt Wouter. "Je weet toch dat ik geen McDonalds eet", piep ik, lurkend van mijn ijswater. "Ok dan, fuck it, één frietje." Want principes zijn allemaal goed en wel, maar je zal maar met een fastfoodlover op reis zijn in Amerika. Want ik heb karakter. Ach, ik moet mij niet verantwoorden. Drie kauwen later een pijnlijke grimas: "Lap. Dat smaakt helaas zo slecht nog niet."

Gedachten vanuit een kleurrijke portiek

$
0
0
De portiek is absoluut het mooiste onderdeel van Bills huis in Boston. Het is geschilderd in een warme combinatie van groen, rood en zongeel. Er staat een bankje in de richting van de zon. Ik moet ook ooit een portiek hebben. Zeer geschikt voor koffiedrinken, theedrinken en yoga. Wanneer ik alweer veel te vroeg wakker word in de zee van wild wit licht die de slaapkamer is, beslis ik te gaan wandelen. Ik giet twee grote mokken koffie achterover en voor ik het besef sta ik te zweten en te trillen op mijn benen, good to go.

Een uur huppelen op straat later met de perfecte soundtrack in mijn oren — Somerville is mooi in de ochtendzon! — bevind ik mij terug op mijn startpunt: de portiek. Het is op een bankje in een voormiddagzon dat een mens aan het mijmeren slaat, nietwaar.

Over Stargirl, het mooiste boek dat ik in lange tijd gelezen heb. Love, Stargirl is het vervolg erop — één lange brief van een knotsgek meisje aan haar absoluut-niet-lief. Zoals te verwachten viel is het voorlopig niet zo goed als het eerste boek. Dat wordt er eentje om uit te lezen op het vliegtuig. Deze tweeweekse was er een van lezen. Ik was vergeten hoe leuk ik dat vond. Weinig computer, geen gsm, en een wereld vol boeken gaat open.

When a Stargirl cries, she doesn't shed tears; she sheds light.

Mijmeren ook, over drie steden in een dikke twee weken. Drie keer vergelijkbaar compleet anders. Hoe hard elke stad een eigen vibe heeft, en het effectief steeds meer de vibe is waar ik naar op zoek ga, en niet de dingen waarvan mensen zeggen dat je ze moet gezien hebben. Goeie invloed van mijn reisgenootje? Over die vibes gesproken... Washington: te groot, afstandelijk, maar hoe mooi zouden de Japanse kerselaars ondertussen in bloei staan! New York: te groot om te vatten maar prach-tig, en Brooklyn: bruisend. Boston: gezellig, zonnig, lief.

Over hoe ik België niet gewoon in België heb kunnen laten. Ik heb verantwoordelijkheden aan de oostkant van de Atlantische oceaan en mensen die mij daar vrij regelmatig aan willen herinneren en ik ben er niet in geslaagd om ze achter mij te laten — of toch niet zo goed als ik wou. Wat volgde was een latente ontevredenheid over mijn werk, en een sluimerend gevoel dat ik niet genoeg van de reis aan het genieten was. Ik denk dat ik vroeger België wél kon achterlaten, en ik moet dat gevoel dringend terug te pakken krijgen. Al bij al: slechts een gedachte.

Binnen een half uur vertrekken we naar de luchthaven. Ik ben heel zeker dat ik de Amerikaanse bubbel niet wil achterlaten. Ik weet niet welke chaos ik ga vinden wanneer we terug in België zijn, maar dat er chaos zal zijn, goed en ietsje minder goed, staat vast. Als het leven dáár een snel draaiend rad is, zijn wij gewoon de muizen die er mid-action terug worden ingedropt.

Lopen of verzuipen. We zien wel hoe het loopt. Eerst nog genieten van de ochtendzon op mijn smoel in de portiek van Bill, van die laatste restjes Boston, van de geur van Dunkin' Donuts koffie en de wijsheid van alweer een stukje van de wereld verkend.

swimmer's high

$
0
0
En plots weet ik het.
Als ik lang genoeg naar de tegels kijk, wordt drijven gemakkelijker.
Als ik niet vooruit zwem maar ter plekke, blik op de bodem gericht, zoeft het water sneller langs me heen.
Als ik niet kijk waar ik heenga.
Het water wil mij dragen, als ik maar gedragen wil worden.
Rijen witte tegels worden slierten.
Ik zweef mijlenver boven slierten wit.

Hoe minder ik nadenk over mijn armen in en uit het water, hoe minder lang elk baantje wordt en hoe meer elke lengte niets.
Hoe meer ik enkel moet ademen, hoe meer gewoon dát voldoende is en al de rest mechanisch.
Hoe meer het zwembad een felverlichte poel eindeloos water wordt en hoe minder een zwembad.
Stemmen verstommen rondom mij.
Andere zwemmers zijn wezens in water, wezens op chloorwater, geen mensen, wezens, donkere schimmen in de lichtverlichte poel.

En dan zit ik aan vijftig en denk ik doel bereikt.
Doel bereikt bestaat niet, is de volgende gedachte.
Dus blijf ik zwemmen.
Met elk nieuw baantje wordt het moeilijker om daar nóg eens te geraken, denk ik.
Dit lukt me nooit meer.
Ik mag vandaag niet stoppen met zwemmen.
Ik mag nooit meer stoppen met zwemmen.
En zo wordt vijftig zesenvijftig en tweeënzestig.
Bij achtenzestig tintelt heel mijn lijf.
Ik ben er niet meer van overtuigd dat er nog zuurstof tot mijn hersens geraakt.
Ik kan niet stoppen want ronde getallen zijn beter.
Nog twee.

Ik duizel.
De zwembadrand is amper houvast.
Ik kan niet voelen of mijn voeten de bodem raken.
Ik drijf.
Overal is traag licht en gestommel.
Alles draait.
Niets is echt.
En niemand weet wat er met mij gebeurt.


Ik moet mezelf veel vaker zo verliezen.
Van vijftig naar zestig naar honderd en ergens onderweg mezelf afschudden.
Naar waar alles leeg is.

Niets doet pijn en niets geeft iets want niets is echt.



c'est ma prière paienne

$
0
0
se taire un peu
pourquoi pas

mais pas le ciel
trop haut pour moi

Voor ik het verleer, ga ik even typen nu. Mijn rijstpap is al één keer overgekookt. Verdomd efficiënte inductiekookplaten in dit huis dat ik niet ken.

Telkens ik thuiskom, lijkt alles van plaats veranderd. De verbouwwerkzaamheden vielen samen met het moment waarop ik mijn biezen pakte, en ik weet niets zijn in de keuken met te veel kasten. Ik heb meermaals achttien schuiven geopend en gesloten. De rijstpap bevatte op een haar na rijst noch melk. Ik vond een thermos, een kartonnen doos en een mes met scherpe tanden. Ik weet de lichtschakelaar niet zijn en mijn mama is niet thuis om het aan te vragen.

Eten is er ook al niet. Uit de koelkast komt voornamelijk koud wit licht. Ik ben een uitgehongerd beest in konijnenpantoffels die glimlachen. In verre herinneringen was de koelkast een avontuur van eten. Nu is de koelkast groter, leger ook blijkbaar. Een halve kilo rauw gehakt, twee perziken, een paar sneden kaas. Niets om rijstpap mee te maken. Er moet iemand naar de supermarkt. Achteraan verstopt in een zilverpapier: een blok cake. In de deur een halfvolle fles prosecco zonder kurk. Ola, er is hoop.




Hmmm. Cake.

Ik was in Brussel vandaag. Ik was in het Atomium. Godver, Peter, vorige keer dat ik hier was, was jij erbij. We gingen zonder ticket naar binnen. Ik weet niet zeker of een ticket wel nodig was, maar we hadden er mooi geen en dat is het systeem verslaan, hoe je het ook draait of keert. De gift shop was middelmatig. We aten pannenkoeken.
Brussel is wijs. Brussel is wild. Weet je nog, die keer toen ik verliefd was op Antwerpen? Ik ben ook verliefd op Brussel. Ik ben verliefd op steden waar het 's avonds hommeles is. Niet om mee te doen maar om te weten dat het er is. Gent is een kampvuur en iedereen zingt Vrolijke Vrienden. Kutlied.
Brussel is zo vurig dat zelfs Jette in lichterlaaie staat.

so I hope you're listening right now
I can barely hold my tongue
the shit we do could warm the sun




Halt. Zonet per toeval saffraan gevonden in de strafhoek van de kruidenkast. Het komt nog in orde met mijn bijna tweemaal overgekookte rijstbrij.

Mijn auto, mijn vrijheid, nietwaar. Twintig per uur te snel in die lange wijde bocht. En een cd die ik enkel in de auto beluister: Céline Dion Live à Paris in 1995.
Het jaar is 1998 en mama voert me elke maandagmorgen naar internaat. In de ochtendspits naar Brussel is Céline Dion omnipresent. Ik ken elke luchtdrum van die plaat, elke gitaarsolo, elke perfect geplaatse krijs van de achtergrondzangeressen en elke noot van Jean-Jacques Goldman, elke bindtekst en de naam van alle muzikanten die Céline bedankt tijdens de laatste zeven minuten van lied tien. Epische gevechten tegen de files naar Brussel vanop de passagierszetel. Gosh, I miss that place.

Ondertussen in het heden in de wespennest die de Brusselse ring is een beetje door bochten zoeven. Ik kan die asfaltdoolhof zelfs niet vatten. Alle wegen gaan naar overal en mensen zijn gehaast. De muziek die anderhalf decennium na datum nog steeds uit dat mens haar keelgat komt, pakt mij bij het mijne. Voorbij de opkomende tranen voor wat vroeger was en helemaal is opgehemeld in mijn hoofd, leent het zich vooral waanzinnig goed tot autokaraoke. Ik moest me inhouden of ik steeg op aan 180 per uur voorbij het einde van de E40 recht de zee in.




















Rijstpap is klaar. Ik kuis de pot uit want hou mij maar eens tegen. Pannenlikker zal ik vinden in de vierde schuif die ik open. Incorrect. De pannenlikker zit in de keukenrobot. UITERAARD ZIT DE PANNENLIKKER IN DE KEUKENROBOT.


savant poète, je prie pour toi
et toi le ciel, écoute-moi
et toi le ciel, est-ce que t'es là

Cactronautus

$
0
0
Ik weet twee dingen over planten:
1. Sanseveria's gaan nooit dood.
2. Cactussen gaan nooit dood.




Leugens, ALLEMAAL LEUGENS.
Gisteren heb ik mijn cactus levenloos teruggevonden. Hij was verschrompeld, wit en pluizig. Ik knuffelde hem. Zijn stenen pot was koud. Ik hield hem, tegen beter weten in haast, onder de kraan. Hij dronk niet. Het water liep van hem af als regen van een waterdichte jas. Ik ging behoedzaam zitten. Dit was een moment van ernstige beslissingen. De stenen pot zou dienst doen als urne, besloot ik. Pot en urne, twee in één—praktisch, zo.

Jaren droomde mijn cactus al van een ruimtevaardersbestaan. "Er is méér daarboven", vertelde hij me ooit eens met grote stelligheid. Ik wist toen niet goed wat zeggen. Met het abrupte einde van zijn aardse leven werd zijn zucht naar zwaarteloosheid eindelijk bewaarheid.

Vanochtend hield ik een begrafenis op mijn bed. Er waren geen genodigden en geen koffietafel. We hielden het klein. Een leven in sereniteit afgehandeld. Een toekomst om naar uit te kijken. Op de urne pende ik ceremonieel



CACTUSLIEF
TOT NOOIT MEER
GA EN WORD EEN CACTRONAUTUS NU
ZOALS JE ALTIJD AL WOU

 
 

Ik kan niet niet liegen tegen de doden. Eerlijkheidshalve kriebelde ik er dus nog onder —maar de plaats op de pot was beperkt dus het is amper leesbaar en misschien maar best—


(IN DE SERRE VAN PAPA
STAAT DE VOLGENDE CACTUS
AL KLAAR
JIJ BENT NIET ONVERVANGBAAR)


HET GA JE GOED, schreeuwde ik Cactronautus nog na toen ik hem —de korte pijn— urne en al door het raam lanceerde naar de ochtendzon.


Of de begrafenis naar aanleiding van de plotse dood van het paard van de buren even sereen zal verlopen, valt nog af te wachten.

Over borsten

$
0
0
Ik ben al de hele dag aan de borsten van Angelina Jolie aan het denken.
Op de meest niet-seksuele manier, want dat is de enige manier waarop ik over La Jolie denk.

Aaaaah, borsten. Borsten borsten borsten borsten. Vrouwen en borsten: is it just me of is dat écht lastig? Ik hou het al een dik decennium uit met de mijne, maar dat loopt lang niet altijd even geolied. We zijn nog maar een jaar of twee, drie misschien, vriendinnen. Ik aanváárd hen nu. We zijn siamees en we proberen overeen te komen.

Ze zitten in mijn weg als ik op mijn buik wil slapen.
Ze zitten in mijn weg als ik wil hardlopen. (Serena Williams, die maakt wat mee.)
Ze zijn zacht.
Ze kunnen er met wat geduw en getrek en vanuit het juiste oogpunt waanzinnig sexy uitzien.
Ik snap bij momenten volstrekt niet wat mannen er zo leuk aan vinden.
Het is leuk te weten dat andere mensen ze mooi kunnen vinden.
Soms geven ze mij het gevoel dat ik niet méér ben dan mijn borsten en dat doet dan weer vies.
Driekwart van de tijd vraag ik mij af wat ze daar doen.
Ik heb er niet om gevraagd en poef, daar waren ze dan.
Nul procent van de tijd wil ik er grotere. (Want, beste Justine Henin, voor vergroten bestaan truken, voor verkleinen niet. Niet getreurd.)
Ik vind bh's kopen verschrikkelijk.

Laat staan dat ze ziek worden. Borsten kunnen ziek worden. Juist ja, dat moest er nog eens bijkomen. Rondwandelen met tikkende tijdbommen.

Het is moeilijker om te ontkennen dat borsten ziek kunnen worden wanneer een moeder aan tafel zit met, half verscholen onder haar t-shirt, een grote witte pleister in haar decolleté. Eerst eten we gewoon spaghetti en het volgende moment heeft mama borstkanker. En pas nu heeft ze terug een superkort GIRL POWER-kapsel. En alles is mega-eng en véél te dicht bij mijn bed. Maar het is daarom niet minder realiteit.


Eén ding dat Angelina dus moest doen, want bevestigen dat borsten tof zijn deden de media al veelvuldig vóór haar: bevestigen dat borsten ziek kunnen worden. Thanks, Angie. En dat het steek houdt om ze om die reden allebei te laten weghalen, dat dat ok is, en goed is, en dat niemand daar een oordeel over te vellen heeft. Dat is waar het verhaal stopte in de media, en dat is allemaal goed en wel, maar dat is niet waar het stopt volgens mij.

Hier is wat ik vind —en wees het gerust oneens met mij, als we er maar over kunnen praten—

Ik vind het waanzinnig moedig om op je 37ste en zonder ziek te zijn afscheid te nemen van borsten waar je nog niet eens de helft van die jaren vriendinnen mee bent. Ik kan mij niet inbeelden hoe een vrouw zich bij zo'n beslissing moet voelen. Dat moet zó zwaar zijn. Als je ziek bent is het voor mij een uitgemaakte zaak: dan zwaai ik mijn borsten in een oogwenk vaarwel. Mogelijks geen borstsparende operatie? Fuck this shit, neem gerust AL mijn borsten mee en zorg dat die kanker weg is, I don't care. Maar preventief? Daar heb je moed voor nodig.

Ons Angelina Jolie heeft —laten we even advocaat van de duivel spelen— de juiste sociale status om zich dat soort preventieve onderzoeken te kunnen veroorloven. Dat is lang niet voor elke vrouw een optie, en in de VS al zeker niet. Misschien zou het geen slecht idee geweest zijn om, als ze dan toch aan het vertellen was, een handleiding uit de doeken te doen voor hoe een gewone sterfelijke niet-babe kan vermijden dat haar borsten haar graf worden. Huis-tuin-keukentips, want ook die worden lang niet genoeg herhaald. Eventueel met een (door)verwijzing naar mede-babe Gwyneth Paltrow —insert macrobiotisch voedsel here.

Ik weet niet waar de juiste balans ligt tussen zorgen voor jezelf en meegesleurd worden in de collectieve medische paniek. Ik weet het niet. Ik hoop soms dat mijn lichaam het mij wel zal vertellen, als er iets mis is. Maar mogelijks zal het dat niet doen. Ik ben ervan overtuigd dat Angelina Jolie gedaan heeft wat nodig was, maar er is méér dan enkel dubbele borstamputaties. Stap 1: gezond leven. Iemand had dat erbij moeten zeggen. Beste mensheid, gelieve vanaf de geboorte al je onderdelen te vriend te houden door ze te geven wat ze verdienen: gezond eten, veel beweging en slaap. Dat het toch dáár al niet misloopt. We gaan je daarbij helpen. En als het misloopt is er een vangnet. We got this. Maar draag alsjeblieft zorg voor jezelf. En chill the fuck out. (Heerlijk toch, meningen van mensen die geen dokter zijn.)

Hoe hard ook ik Angelina Jolie niet moet hebben als actrice en als redster-in-nood van alle wezen van Afrika, ik vind de serene mededeling over haar dubbele borstamputatie een schot in de roos. Ze hoéfde helemaal niets te vertellen, aan niemand. Haar borsten zijn van haar en van haar alleen (en ook een klein beetje van Brad Pitt, maar enkel als zijn borstkas dan ook een beetje van háár is, eerlijk is eerlijk). Maar als haar boezem dan toch in de media moet komen, dan kan ze dat maar beter aangrijpen om iedereen erop te wijzen dat er ook serieus wat mis mee kan lopen. En dat we daar iets aan kunnen doen, op zijn minst door onze borsten te zien voor gewoon wat ze zijn —een lichaamsonderdeel of twee als een ander—, door zorg te dragen voor onze lichamen wanneer ze gezond zijn en ons daarin te laten helpen, en door tijdig en sereen in te grijpen als het nodig is.

En door erover te praten, want deze discussie belangt iederéén aan, trotse bezitsters, niet-zo-trotse bezitsters, en niet-bezit(s)ters van borsten allemaal gelijk. En door ondertussen onze borsten allemaal zotjes graag (proberen) te zien.

How To Be Interesting

$
0
0
Dus een vrouw koopt een boek. (Vergeet alles wat ik ooit al zei over zelfhulpboeken, als zouden die niet ok zijn. Tuurlijk wel.)

"Is het een cadeautje", vraagt die mens van Paard Van Troje.

"Euuuh. Nee...?", zie ik mezelf met enige wenkbrauwgymnastiek genoodzaakt te antwoorden. (Ik ben een zeer slechte leugenaar — ik probéér zelfs niet.)

Probeer dat dan maar eens uit te leggen, dat je niet per se oninteressant denkt te zijn.




Next up: How To Steal Like An Artist, van zodra ik een betaalbare Engelstalige versie te pakken krijg.

Ja en nee. Een weekend

$
0
0
Men neme een artikel van de NY Times dat niet achter de betaalmuur zit.
Men voege toe: de vage opinies van Goedele Liekens en de relationele wijsheden van Rika Ponnet.
Men krijge als resultaat een nieuw artikel en men steke het achter de betaalmuur van De Standaard want achter die betaalmuur, dáár zitten alle artikels met hoge kwaliteit.

Gelukkig hebben mijn ouders een papieren abonnement op deze topgazet, en kan ik bij mijn koffiekoekskes op zaterdagochtend meer lezen dan enkel eerste paragrafen van artikels. Ik heb waarlijk het genoegen de hele pudding te zien inzakken naarmate ik de bladzijden omdraai.

Het ging over hoe vrouwen in essentie niet voorbestemd zijn tot monogamie, en hoe we dat gaan fiksen met een pilletje. Ik zit verwrongen tussen het besef dat stabiele relaties misschien op zich niet slecht zijn voor het functioneren van onze maatschappij, en de woede over dat er iemand überhaupt op de idee is gekomen om vrouwen te proberen fiksen met pilletjes. Mijn Feministisch Manifesto zal dit thema zeker niet onaangeroerd laten, edoch voor de doeleinden van een deze blogpost zitten we al snel te ver off topic.

We zitten zo vaak off topic. Nochtans is er zelden echt een topic.

Het weekend had geen topic. Koffie drinken in kleermakerszit op het aanrecht. Pannenkoeken bakken puur op het gevoel met het laatste ei in de frigo. Op een dekentje zitten in die streep zon op het terras. Witte benen vergelijken (ik win, altijd. Dat is een regel). Wok eten. De plantjes water geven, ook de dode. Met de auto rijden door een rustige Gentse zondagavond.

Met de auto rijden! Ik wou dat ik het niet zo leuk vond. Ik haat auto's. Ik haat waarvoor ze staan, ik haat de file, ik haat de kosten verbonden aan het voltanken ervan. Ik haat dat Amerikanen straffeloos rondtoeren met hummers in de woestijn. Ik haat dat je er geen boeken in kan lezen terwijl je rijdt.
Toch was ik met plezier de blauwe wagen op zaterdag — en stofzuigen! En als we dan toch bezig zijn, meteen ook het koetswerk aan de binnenkant van de deuren mee opblinken. Die auto zag eruit als nieuw, gewoon omdat ik hem dan mocht houden tot zondag. Bah treins, enter auto met superstereoinstallatie. Muziek luid genoeg zetten opdat het schuldgevoel verdwijnt in de beats.
Ik zou in die V70 met cruise control die niet van mij is met plezier helemaal naar de Deltawerken rijden en terug. (Nederland staat op zinken, wist je dat. Die Deltawerken zijn louter uitstel van executie.) Ik zou er 150 mee willen rijden. Ik haat auto's. Ja en nee.

Het probleem met een auto die niet van mij is, is dat die terug thuis moet geraken. Zo reed ik met de auto naar huis om dan naar het station te rijden en de trein te nemen naar waar ik net vandaan kwam. Viel dat te voorkomen? Geen idee. Moest dat nu écht? Ja. Kon mijn ma er mee lachen? Nee. Kon mijn pa ermee lachen? Nog minder. Soms is mijn papa een grumpy oud manneke. Geen preken nodig over de kantjes eraf lopen en laat thuiskomen en prioriteiten. Ik heb geen idee waarover je het hebt. De auto komen afzetten was het meest hectische deel van mijn dag, ouders. En dan wil ik nu terug naar Gent. Dag, ouders. Love you enzo.

Weekend gedaan, werkweek om 8 fucking uur 's ochtends. Een niet-eens-ontbijt-vergadering en ik ben de enige die op tijd is. Ik probeer een muziekske te vinden dat de rust nog even kan rekken. Er wachten nog steeds delen van 773 examens op mij voor verbetering. Jude Law als screensaver. Koffie met slagroom. Hotlist inhalen van gisteren. Et c'est parti.

als de wolven huilen, huil niet zomaar met ze mee

$
0
0
Wat is de beste manier om examens te verbeteren? In een living, op het tapijt, in pyjama. Met een schier oneindige voorraad koffie. Ok, dat klopt niet, ik moet elke keer een nieuwe kop zetten. Ik heb geen koffiezet. Koffiezetten zijn voor grote mensen, dat zie je van hier, dat ik daar geld ga aan uitgeven. Nescafé oploskoffie is best drinkbaar en zolang dat zo blijft, drink ik Nescafé oploskoffie. Senseo daarentegen, is bucht. (Een gekregen Senseo kijk je niet in het waterreservoir.)

Dat zie je van hier, dat ik genuanceerde visies op dingen ga ontwikkelen. Koekjes in kisten, kisten vol dozen, containers op schepen varen voorbij. Een bakfiets vol emmers, emmers vol rozen, waren die boot en die fiets maar van mij. Waren die boot en die fiets maar van mij. Een boot om in te wonen. Een fiets met een kettingkas, waarbij ik mijn roze broek niet meer moet oprollen tot over mijn knieën omdat ik niet wil dat er zwarte vlekken op komen. Ziet dit eruit alsof het de bedoeling was? Ziet dit eruit alsof ik in het derde middelbaar zit en driekwartbroeken in de mode zijn? Zevenachtstenbroeken vond ik altijd al een ramp. Het ziet er niet zo uit. Het ziet er niet uit.

Het zwembad was echt vuil. In het diepe deel zwommen we over haarballen de grootte van uilen. Normaal zit de haarbal in de uil. Hier was de uil de haarbal. We moesten ons best doen om geen haarballen tussen onze tenen te krijgen. We hoopten dat onze armbewegingen neerwaartse stroming zouden creëren die de haarballen naar de bodem zou stuwen. Nonsens, haarballen drijven. Of het misschien nog meeviel, want haarballen zijn uiteindelijk ook maar des mensen? Als je lang genoeg niet stofzuigt en er verzamelt zich een luchtig hoopje stof en pluis en haar in de hoek van de living? Haarballen des mensen? Retorische vraag. Als je in een badkuip zit en je hebt net je benen geschoren, wil je daar dan ook nog een beetje in blijven rondzitten, ja? Dat, maar dan in de badkuip van andermans benen. Zijn we het dan eens nu?

En als ik op een trein spring die naar Leuven gaat, weet jij waarom ik dan wakker word in Welkenraedt? 't Is niet in Welkenraedt dat ik moet zijn. Niemand moet ooit in Welkenraedt zijn. Een slordige paar honderd kilometer noordelijker. 200 kilometer is een shitload aan kilometers in deze tijden als je het eens praktisch probeert te bekijken. En waarom zou je daar moeite voor doen? Omdat je geen beter idee hebt. Omdat je niet inziet waarom niet. Omdat het alleszins een verhaal om te vertellen is, of je er nu geraakt of niet. En dus zoek ik manieren. Zelfs als alles al is volgepland richting zomer wegens toch niets beters te doen. Tot blijkt dat er iets beters te doen is. Zin zin alles heeft zin.

Ik heb geen flauw idee. Ik moet echt dringend aan de arbeid. Maar eerst een beetje slapen als ik mag.

(Lyrics by Yevgueni.)

Can I be close to you?

$
0
0

geen idee of het de muziek is
die mij tranen in de ogen bezorgt
en ik het op hooikoorts steek

dan wel of hooikoorts
mijn ogen doet pieken
en ik denk dat het emoties zijn

geen idee of ik verliefd ben
op jou of ergens een idee van jou




ozondrempel overschreden

$
0
0
te veel ozon in de lucht en vijftig graden avondzon
het ideale weer in feite
om een rondje te gaan lopen rond de Watersportbaan
met twee glazen rosé in hoofd en levermaten

er is te veel ozon in de lucht voor veel mensen
want er wordt vooral volop gewandeld

een deel van de berm inclusief Finse piste
doet tegenwoordig dienst als schapenwei
mikken geblazen tussen de schapenkeutels
er hangen er tussen de groeven van mijn zolen
wat hebben die schapen daar ook aan
SCHAPEN ETEN GEEN BOOMSCHORS

mijn hoofd gaat alle kanten op
wordt langzaam maar zeker
vijftig tinten avondrood
ik denk aan alle dingen die je naar eigen zeggen
alleen maar kan vertellen
als je me aan kan raken
die zin blaast mij nog altijd van mijn sokken

op de terugweg ligt een man
zijn benen in een bosje
de rest op de straatvloer
in foetushouding te huilen naast zijn Delhaizewinkeltas
de laatste keer dat ik geweend heb op beton
was het terras echt heel zacht
en mijn plasje tranen de zee
ik kon zo snel lopen als een blanke Na'vi
ik domineerde de duinen
heel even was alles glashelder
toen vervloog ook dat
daarna deed alles pijn

ik rem en vraag alles ok
de man weent van ja en gaat weer liggen

(ik wil nog zeggen
zet die winkeltas misschien wat dichter bij je
in de holte van je foetus
je weet nooit wat mensen bezielt
met zoveel ozon in de lucht)

naar de tweede verdieping neemt mijn knalrood hoofd de lift
roze drinkyoghurt en bevroren frambozen
een onverantwoorde 5,79 bij Carrefour

Zomerblues

$
0
0
"Hebt gij toevallig het rolletje wc-papier omgedraaid," vraag ik, enigszins vriendelijk, aan de potentiële dader. Het was per ongeluk, zegt die. Hoe kan iemand nu per ongeluk het rolletje wc-papier, loshangend velletje naar achter (!!!),op de houder steken. Dat houdt geen steek. Ik zou nooit met iemand kunnen samenleven die vindt dat het loshangend velletje naar achter moet. Uit mijn huis.

Ik ga als een luiaard naar het werk dezer dagen. Mijn lichaam beweegt wel, maar traag, en ik ben niet helemaal zeker of mijn hoofd mee is. Soms vraag ik me op het einde van de dag af wat ik heb gedaan en vooral waarom. De zon helpt voor geen meter. Ik smeer zonnecrème vanachter mijn venster, en mijn bureau ligt godbetert aan de noordkant van het gebouw. (Dat is iets goeds, trouwens. Geef mij een bureau aan de zuidkant van eender welk gebouw en ik dien op staande voet mijn ontslag in.)
Ik kan niet buiten, ik moet buiten kunnen.

En als we dan buiten zitten, dan gaat het over niets in het bijzonders. Dan gaat het alleen maar over de gesprekken die we niet voeren. Dan kijk ik naar de mond van de persoon rechtover mij en die beweegt wel, en snel, maar ik hoor geen woord van wat eruit komt. Ik sluit mijn ogen achter mijn zonnebril en kauw langzaam verder op een of andere plastieken boterham met kaas, mij afvragend wanneer het échte gesprek begint. Het wordt niets, het wordt niets, het wordt niets.

Ik weet niet wie er naar me wil luisteren die niet zeventien uur van hier verwijderd is. Ik wil ergens gaan liggen en ik wil zwijgen. Ik wil niets zeggen dat niet honderd procent nodig is. Ik wil niets horen dat niet honderd procent nodig is en die zever is nochtans o-ve-ral. Het interesseert geen levende ziel dat ik weet waar de zus van Anemone Valcke werkt. Wie is Anemone Valcke.

En toch. Ik heb het stukje muur rood geschilderd dat daar al een klein jaar op aan het wachten was. Ik overweeg ook de volledige berging rood te schilderen, een bloederige cocon voor mijn wasmachine. Ik heb kruisjes gezet op de muur waar de gaten moeten komen voor het boekenrek. En nog maar de gedáchte aan naar zee rijden, op het stuk E40 dat vanaf Jabbeke nog slechts twee rijstroken telt, met jou naast mij en eventueel om het plaatje compleet te maken een opkomende zon, is genoeg om zó een glimlach op mijn gezicht te toveren en de dag door te komen. Nog drie weken.

de website zegt

$
0
0
De auto reed weg, ik bekeek het als een vreemde vanaf een balkon op de tweede verdieping van het gebouw waarbinnen een dag kwam en ging. Ik ben nog niet verder geraakt dan het moment waarop de deur sloot, hij via de trap naar buiten verdween en ik me tot een screeching halt liet zakken aan de binnenkant. Ik ben nog niet verder geraakt dan thee zetten. Aan de binnenkant valt geen land te bezeilen wanneer eender wie vertrekt. Alsof het niets is, een dag die gaat, een deur die sluit.

Ik weet niet naar welk geluid te luisteren, naar welk geweld te kijken, om de grijze ruis van leegte weg te sussen. Neerwaartse honden op een website die verlichting belooft voor een aanvaardbaar bedrag per kwartaal.
Ik adem in alle richtingen.
Ik doe die oefeningen goed.
DE WEBSITE ZEGT dat ik de oefeningen goed doe.
DE WEBSITE ZEGT well done, ga maar even in savasana liggen. Doe happy child's pose.
DE WEBSITE ZEGT je weet niet of hij aan je denkt? je weet niet of je wil dat hij dat doet? je weet niet of hij wel zou moeten weten dat je het niet weet, of je het wil? je weet je weet je weet je weet helemaal niets en hier vellen wij geen oordelen over mekaar.
DE WEBSITE ZEGT adem, bekom, recover, jaag het zwart weg, je bent jouw eigen gouden gloed.

Ik had hem gezegd de seconde dat je door die deur wandelt, wordt alles terug leeg, maar doe toch maar, bij gebrek aan echte alternatieven.

Ik vraag mij af of er voor elke mens handleidingen bestaan met alle informatie in en OP WELKE WEBSITE die te downloaden vallen. Ik vraag mij af of het dan duidelijker wordt. Ik vraag me af hoeveel bladzijden de mijne zou tellen, of hoe frequent ik een error 404 zou zijn.

Getekend, die kriebels die geur die nog een dag of twee in je neus en je lakens blijft hangen. million by paco rabanne.

Hot, very hot yoga

$
0
0
Ik dacht: als er al eenmoment is om bikram yoga uit te proberen, dan is het wel op een dag dat het buiten sowieso al veertig graden is. Bikram yoga is die yogavorm waar je 26 oefeningen doet in een specifieke volgorde in een ruimte die verhit is tot veertig graden. I'll try anything once, dus ik naar Hot Yoga Gent.

Een ranke madam spreekt mij aan in een Engels met een pittig Duits accent. Dat komt hier helemaal goed, want dat is toevallig mijn favoriete accent.

Een kwartier te vroeg ga ik alvast de zaal binnen. Er zit al één andere vrouw, met amper kleren aan. Volgende keer kom ik ook in bikini. Voor bikram yoga kan je klaarblijkelijk nooit te weinig kleren aanhebben. Het is bloedheet in die zaal, ik denk: met alle chinezen maar (nog) niet met mij, en ik ga terug naar buiten. Duitse deerne stelt voor dat ik mij, goesting of niet, toch maar al ga acclimatiseren. Want het is mijn eerste keer enzo. Met mijn staart tussen mijn poten terug de zaal binnen. Tien minuten later zweet ik als een otter en het spel is nog niet eens begonnen.

De les begint wanneer de Duitse binnenkomt en het is meteen gaz planché. Ze heeft ondertussen een topje met heel weinig stof en een luipaardshortje aangetrokken. Vraag me af of er een verband is tussen dat shortje en het —naar yoganormen— relatief grote aandeel mannen in de zaal. Ze draait eens goed aan de chauffageknoppen.

Na een dik kwartier ben ik heel even duizelig. Ik ben hier niet gekomen om grenzen te verleggen. Ik ben gekomen om de finish te halen. Wanneer ik niet volledig volg, kijk ik een beetje rond mij en imiteer. Die mensen hebben dat hier duidelijk nog al eens gedaan. Die ene voor mij plooit dubbel. Naar achter. Yoga draait niet om vergelijken, maar het is vrij moeilijk om IN jezelf gericht te zijn als jezelf ERUIT komt gedrupt langs elke porie.

En die Duitse maar instructies ratelen. En aan de chauffageknoppen draaien. HET IS HIER AL WARM GENOEG, denk ik, maar ik zwijg. Ooit al meegemaakt, dat je vingers verrimpelen in een setting die geen badkuip is? Probeer eens een bikramyogazaal. Mijn vingers en voeten zijn halfweg de les zodanig verrimpeld dat ik vrees dat ik ze nooit meer ga ontrimpeld krijgen, maar we zetten door. Halfweg de les, dat is dus drie kwartier. Die klok gaat eeeeeeeeeecht niet vooruit. En ademen! En glimlachen! Want dan denkt je lichaam dat het niet aan het afzien is! Mijn lichaam lacht niet, lul.

Af en toe zegt ze "Keep going, Dominique", of "Nice posture". Na een tijdje blijkt dat ze mijn naam met een andere aan het omwisselen is. Gelukkig zegt ze het daarna nog een paar keer want, je weet wel, bevestiging is goed. Bevestiging is altijd goed.

Net wanneer ik denk dat De Dood nu echt wel nabij is, krijg ik bevel om te gaan liggen en opent de Duitse even de deur. Ik denk dat ik het ga krijgen. Dat briesje, los erover, GIVE ME.

't Is ondertussen allang niet meer zo moeilijk om van in zithouding terug op mijn rug te gaan liggen. Ik glibber over mijn mat van zit naar lig. Omgekeerd is lastiger en ziet er een beetje uit als een geit die probeert recht te krabbelen op een bevroren meer. Mijn handdoek is doorweekt.
't Is niet dat ik niet wil mijn knie vasthouden met mijn hand, of mijn grote tenen met mijn wijsvinger, edoch het glibbert allemaal weg. "Vingerkracht", zegt de Duitse. Jaja, gemakkelijk spreken als je zelf niet meedoet, NIETWAAR. En maar nijpen in mijn tenen. Ik hoop dat ze volgende keer Fingerspitzengefühl zegt. Ik vind dat een leuk woord, Fingerspitzengefühl.

En dan is het plots gedaan.



Savasana, zo lang als ik maar wil. Daar wordt een mens gelukkig van.



De douche betekent verlossing, dat kan niet anders. Ik ben er als eerste en ga douche per douche onder alle restjes koud water die nog in de buis zitten staan. Even later worden die douches... warm?! Dus ik spoel mijn warm zweet weg met warm water. Ik heb niet echt het gevoel dat dat veel opbrengt. Zweet laat zich niet indijken met warm water. Ik leer ook een andere les: naar de bikram yoga altijd een extra onderbroek meenemen. Geestig ze, zo'n klamme onderbroek. Rookie mistake.

Een uur later ben ik nog altijd aan het zweten. Ik heb anderhalve liter water gedronken en er is geen druppel van tot in mijn blaas geraakt. Ik heb dieper gestretcht dan ik normaal zou kunnen na een hele dag aan een bureau zitten, en dan heb ik mij nog ingehouden uit vrees dat er pezen zouden losschieten. Ik ben er helemaal niet van overtuigd dat ik, zoals de website beweerde, duizend calorieën heb verbrand maar dat is ok. Ik heb negentig minuten in een ruimte van veertig graden overleefd en dat is op zich al vele schouderklopjes waard. Ik denk niet dat dit ooit gemakkelijker wordt.

"Come every day", zegt de Duitse nog. Het is in een bepaald opzicht te absurd voor woorden om jezelf hier vrijwillig meer dan één keer aan te onderwerpen. Maar dat gevoel achteraf!

Op de fiets zwier ik mijn kletsnat haar naar achter en lach ik ongecontroleerd hysterisch. Morgen kan ik niet, maar overmorgen, overmorgen zou ik wel durven komen, ja.

Croissants

$
0
0
Op zaterdag eet ik croissants. Joggingbroek aan, het eerste beste paar schoenen, vijf euro en de deur dicht. Een volledig uur later pas stond ik terug in mijn keuken, verlicht en met schattige kleine putjes in de zolen van mijn voeten.

Mijn gebruikelijke bakker een paar straten verder zag er vanop afstand al ongewoon rustig uit. Even later stond ik voor een gesloten rolluik. Jaarlijks verlof, deel twee, en ze hebben groot gelijk. Sinds de bakkersvrouw een hele tijd geleden zwaar ziek is geweest, is mijn bakker regelmatig gesloten. Ze nemen het er nu meer dan twee dagen per week van en zowel de tweede helft van juli als nu tot eind september is er geen kat te bespeuren. Vraag me af of er een verband is daartussen, en of mensen eerst iets heel ergs moeten meemaken voor ze beseffen dat er meer is in het leven dan de ratrace. Ik probeer dat nu al en verwijt mezelf vervolgens gebrek aan ambitie. Er is niemand die me daarin tegenspreekt — ik zie de teleurgestelde blikken wel.

In al mijn _gebrek aan ambitie_ om croissants te vinden ga ik op pad naar de volgende bakker, verder in de straat. Ondertussen zonder schoenen, want twee bleinen op tien minuten stappen tijd leert mij dat de eerste de beste schoenen op het schoenenrek eigenlijk enkel de eerste schoenen zijn en niet de beste. Ik heb het er zowat mee gehad.
Gentse voetpaden zijn verbazend blotevoetenvriendelijk. Gek toch, dat je met schoenen aan niet in plassen durft stappen, en zonder schoenen wel. En als voeten meer durven zonder schoenen aan, waarvoor dienen schoenen dan eigenlijk.
Ook de tweede bakker is gesloten. Geen bordje aan de deur of niets. Ik zal het dan maar steken op de ouderdom van de mens die het etablissement openhoudt. (Hij is echt al oud. Moest waarschijnlijk uitslapen of naar de vroegmarkt om een zak gist.)

Ik leer een hele nieuwe wereld kennen te voet. Ik verafschuw de traagheid ervan doorgaans, maar op zaterdagochtend mag het allemaal wat trager gaan. Er staan mooie huizen in mijn buurt die mij aan mijn gebruikelijke 23 per uur nog nooit waren opgevallen. Grote statige herenhuizen met vele plankenvloers, open haarden en keramieken badkuipen op pootjes ongetwijfeld. Vele kinderen kijken ochtend-tv. Vele mensen huren verhuisliften op zaterdag. Hier en daar een bejaarde op pad met rolkabas en paraplu. Voortuinen met piekfijn gesnoeide rozen. Veel pmd-afval in de voortuin van het huis waaruit 's avonds altijd veel lawaai komt als ik er passeer. Ik heb een cremerie, een kapper, een tandarts, een basisschool "met de bijbel", een reumatoloog, een handvol huisartsen, een schoenmaker en vanaf 1 oktober een massagepraktijk allemaal binnen wandelafstand. Wie had dat nu durven denken.

In mijn hoofd spelen de enige twee bestaande liedjes van HAERTS in een loop. Ik vind geen juiste vertaling van het woord exhilarating om te beschrijven hoe goed ik hun muziek vind. Ik wil er in alle stilte mijn handen van ter hemel werpen en in rondjes huppelen. Een mélange van ingehouden extase en bevrijding op blote voeten, toevallig ongeveer mijn lievelingsgevoel.




Bij de derde bakker vind ik croissants voor minder dan een euro en een grote pot speculoospasta met crunch. Het is beginnen miezeren ondertussen en ik zigzag van plas naar plas over de kasseien naar huis. De meeste passanten kijken gebiologeerd naar de grond, maar op eerste verdiepingen is zoveel meer te zien.

Het is na de middag wanneer ik dit schrijf en mijn croissants op zijn. De zomer is officieel weg. Tijd om nog een pot koffie te zetten, alle gordijnen zo ver mogelijk te openen en het licht binnen te laten.
Viewing all 57 articles
Browse latest View live