Je kent dat — vliegtuiglimbo. Beetje wachten, beetje zeven kilometer wandelen van controlepost naar controlepost om daar je aanwezigheid op de planeet te verantwoorden. Ik wil alle gezouten vliegtuigpretzels opeten en ik wil nooit meer iets eten. Ik wil voor altijd altijd slapen maar ik wil ook heel erg in het moment blijven en naar de wolkwoestijn kijken. Je een beetje vee voelen in transit maar toch echt nergens anders willen zijn. Mijn benen hebben geslapen onder mijn kin, onder Wouter zijn kin, onder de oksels van de mensen op de rij voor mij. De vliegtuigmuziek was heerlijk en ik heb naar Parks and Recreation gekeken (ze waren op reis... in Washington). Ik heb ook geprobeerd mijn reisgids van Washington te lezen, maar op pagina 100 zag ik het niet meer zitten. Alles is hier zo onvatbaar groot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan.
Bijna had ik die van New York moeten lezen. We hadden theoretisch gezien één sjofel uurtje tijd in JFK om door douane te geraken en onze volgende vlucht te halen (mogelijks in een obscure gate aan de andere kant van de luchthaven).
Pa van Wouter, hoopgevend als hij is: "Nee, dat mogen jullie vergeten."
Delta grondpersoneel in Zaventem: "Ooh, wettelijk gezien is dat in orde want het is meer dan anderhalf uur." — "Het is één uur, dat is niet meer dan anderhalf uur." — "Oei, één uur. Euhm. Ik zou het nog eens vragen aan het grondpersoneel in JFK."
Ergens mid-air is ons één uur er twee geworden en kwam alles goed.
Alles is hier groter. Ik zou zeggen 'een maatje groter', maar dat klopt niet. Het is 'een paar maten groter' — ik ben hier een kleine medium, hoogstens. Ik ben hier een peuter en alle dingen rond mij zijn grotemensenmaat. Een auto is niet gewoon een auto, een auto is een vrachtwagen. De baan is niet gewoon vijf meter breed, de baan is tien meter breed speciaal voor de vrachtwagens. Er zitten niet één of twee personen achter een balie, er zitten er vier. Heck, er zijn balies om mensen te begeleiden naar balies. Er was duidelijk te veel plaats toen Amerika gebouwd werd, en daarom is alles heel groot. (Vraag: zijn de mensen uitgezet omdat er nu eenmaal plaats was voor grote auto's en huizen? Of zijn de auto's en huizen door de tijd vergroot omdat de mensen uitzetten?)
Op JFK koop ik mij een potje yoghurt. Het is het gezondste dat er in het rek staat, en dan nog staat er in grote waarschuwende letters op: 513 CALORIES. (Een waarschuwing gewoon is niet voldoende, doorgaans worden waarschuwingen vergezeld van verwijzingen naar federale wetgeving. Ook is één waarschuwingsbord nooit genoeg, het moeten er minstens vijf naast mekaar zijn. Vraag: als de aanwezigheid van een roltrap al twee grote waarschuwingsborden vergt, hoe in godsnaam krijg je dan nog troepen gemobiliseerd wanneer het écht gevaarlijk is, bij, ik zeg zo maar iets, EEN ORKAAN?) Ze zijn als de dood voor calorieën blijkbaar, maar hun voedingswaar loopt er wel van over. No way dat in België een yoghurtje één vierde van mijn dagelijkse hoeveelheid voedsel uitmaakt. Na mijn half trauma met het yoghurtje-dat-ik-niet-opkreeg (mijn god, het was bijna een halve liter, mijn maag zei stop), durfde ik gisterenavond in de 7/11 zelfs geen chocoladereep meenemen, zo bang ben ik. Als het zo voortgaat, ga ik twee weken weigeren om dingen te eten die niet gecertifieerd macro-biotisch zijn. (Over eten blog ik nog wel eens, dat belooft hier een issue te worden.)
Nog beetje dutjes doen in het busje richting hotel. Het zwembad (joepie, een zwembad!) is klein en koud en ongezellig en het ontbijt is niet inbegrepen en het internet in principe ook niet (maar daar hebben we wat op gevonden), MAAR het bed is ruim twee meter breed en er is een zee van zeven hoofdkussens en een koffiemachientje en mini-shampootjes en ik typ dit vanuit een comfortabele zetel die twee keer zo breed is als ikzelf dus ik heb alles wat ik nodig heb. Fox News vertelt op tv dat benzine dringend de helft goedkoper moet worden, dus ook qua wereldbeeld zit alles snor hier.
Jetlaggewijs ben ik als een blok in slaap gevallen nog voor tien uur gisterenavond en spontaan weer opgestaan zo rond een uur of vijf. Het laatste wat ik mij herinner is samen door het raam naar de lichtjes kijken en Wouter die zegt: "Dit is waarom we steden zo wijs vinden. Het is voor de lichtjes dat we het doen." 't Is zo. 't Is voor de lichtjes dat we het doen. Dat er meer lichtjes zijn dan bij ons, daarover ga je me echt niet horen klagen.